‘Heeft de smartphone een generatie verpest?’, zo kopte een artikel van psycholoog Jean Twenge in het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic. En dat deed flink wat stof deed opwaaien. De zogenaamde iGeneratie, geboren tussen 1995 en 2012, zou door smartphones depressiever zijn, concentratieproblemen hebben en minder empathisch zijn. Dat beeld kreeg ook in de Nederlandse media veel aandacht, zoals blijkt uit dit luisterfragment. 'De schrijver heeft het onderwerp goed en wetenschappelijk onderzocht. Ik schrok van de resultaten', reageert Michel van Ast. Hij is spreker, trainer en adviseur over onderwijs en ICT en schreef het boek Kleppen dicht.
Door Marianne Eggink
Is de invloed van smartphones echt zo kwaadaardig?
'Het artikel doet vermoeden van wel, maar dat komt ook doordat bijna alleen negatieve onderzoeksresultaten aangehaald worden. Dat is ‘cherry picking’. Er zijn ook aantoonbare positieve effecten, maar die worden amper genoemd.’ Michel ziet het niet even somber in als Twenge, maar vindt wel dat we waakzamer mogen zijn. ‘Ik zie het bij mijn eigen kinderen en op de scholen waar ik kom, ze zijn vergroeid aan hun mobiel, het zou goed zijn als ze die soms aan de kant leggen.' Volgens Het Nibud bezit ongeveer 98% van de 12- tot 18-jarigen een mobiele telefoon en ruim drie kwart van de 10- tot 12-jarigen. De smartphone wordt regelmatig gebruikt om te chatten, gamen of filmpjes te kijken, maar ook voor school, om zichzelf te overhoren en informatie op te zoeken. Meer dan de helft gebruikt de smartphone voor administratieve schoolzaken. De overgrote meerderheid van de docenten staat het gebruik ervan toe, blijkt uit onderzoek van het GfK.
De verboden vrucht
Het onderwijs worstelt ermee: een school in Eindhoven heeft telefoons compleet verboden, terwijl minderbedeelde leerlingen in Den Haag ze juist gratis ontvingen. Van Ast: 'Ik was altijd tegen een verbod, maar daar ben ik een beetje op teruggekomen. Een tijdelijk verbod met goede uitleg kan behulpzaam zijn. Maar een totaalverbod werkt juist als een uitnodiging, het wordt dan een verboden vrucht.' Bij een school waar leerlingen hun telefoon aan het begin van de les moesten inleveren, namen leerlingen een oude, extra telefoon mee om in te leveren. Het heeft volgens Michel weinig zin te ontkennen hoe belangrijk smartphones zijn in hun leefwereld en ook later tijdens hun studie of op het werk. 'Het veroorzaakt meer afleiding, dat moeten we gewoon accepteren. Laten we vooral de leerlingen begeleiden bij het omgaan hiermee door mediawijsheid te integreren in alle vakken.' Bijvoorbeeld door bij het vak geschiedenis te praten over wat een betrouwbare bron is of bij Nederlands over wat je nou wel en niet online zet.
Digitale struikelblokken oplossen
Voor het inzetten van de smartphone in de les geldt wat Michel betreft een algemene regel: je moet kunnen uitleggen hoe het bijdraagt aan het leren. Is het alleen om de les op te leuken, dan kun je het beter achterwege laten. 'Er zijn talloze toepassingen waar je een didactische werkvorm aan kunt koppelen. Denk aan LessonUp, Quizlet Live, Socrative of Kahoot. Maar de smartphone is ook een prima tool om buiten de les in te zetten, bijvoorbeeld huiswerk te laten maken via flipping the classroom.' Kijk op Kleppen dicht voor meer toepassingen.