Uit representatief onderzoek van het Vervangingsfonds blijkt dat basisscholen door het groeiende lerarentekort en invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) moeite hebben om vervangers te vinden. In schooljaar 2016/2017 zijn 1 op de 10 kinderen naar huis gestuurd omdat er geen vervanger was.
Wisselende leraren
Door ruim 1.000 ouders is een vragenlijst ingevuld over het schooljaar 2016/2017. Kinderen hebben veel te maken met wisselende leraren. 75% van de leerlingen heeft in dat schooljaar een invaller gehad. Ouders vinden het vervelend als hun kind een vreemd gezicht tegenover zich krijgt en de structuur in de klas wordt doorbroken. Toch zijn de meeste ouders blij dat er bij uitval van de vaste docent tenminste iets geregeld wordt.
Kinderen naar huis gestuurd
Voor 1 op de 10 kinderen lukte dat niet het hele schooljaar. Zij zijn minstens één dag naar huis gestuurd. Ouderorganisatie Ouders & Onderwijs vindt dat onwenselijk. ‘Scholen denken soms te weinig na over een plan B’, constateert adviseur Dorine Wiersma.
Begrip voor calamiteiten
Ouders accepteren de situatie als een school geen uitweg ziet, bijvoorbeeld bij waterschade in het schoolgebouw of als alle leerkrachten buikgriep hebben. ‘Dat zijn calamiteiten. Maar ze vragen zich soms wel af of de school genoeg moeite heeft gedaan’, aldus Wiersma.
Kwaliteit leraren belangrijk
Ouders geven aan de kwaliteit van leraren belangrijk te vinden. Tijdens alle lesuren verwacht 80% van de ouders dat de school voorziet in een gekwalificeerde leerkracht. Wim Hooijmans, woordvoerder van het Vervangingsfonds, vindt dat begrijpelijk. ‘Afgelopen schooljaar stonden 24.401 invallers voor de klas. Dat zijn er gemiddeld 313 per dag, voor een duur van gemiddeld 4,5 dag. Vervangers zijn de smeerolie in het basisonderwijs’, aldus Hooijmans.
Bron: AD