Openbaar toegankelijke locaties met versterkte muziek, zoals clubs, cafés en scholen, zouden bij muziekactiviteiten voor mensen vanaf 16 jaar een geluidsniveau van maximaal 102 decibel gemiddeld over een kwartier moeten hanteren. Voor jonge kinderen zou een lager gemiddeld geluidsniveau moeten worden gehanteerd. Dat adviseert het RIVM aan het ministerie van VWS in het rapport 'Advies maximale geluidsniveaus voor muziekactiviteiten'.
Jonge kinderen
Jonge kinderen zijn minder goed in staat zelf maatregelen te nemen om gehoorschade te voorkomen. Het advies onderscheidt daarom afzonderlijke grenswaarden voor jonge kinderen tot en met 13 jaar (gemiddeld 91 decibel over een kwartier), kinderen van 14 en 15 jaar (gemiddeld 96 decibel over een kwartier) en mensen vanaf 16 jaar (gemiddeld 102 decibel over een kwartier).
Geen veilige geluidsniveaus
De geadviseerde maximale geluidsniveaus zijn niet gegarandeerd veilig voor het gehoor. Daarom is het volgens het RIVM van belang bezoekers van muziekactiviteiten te informeren hoe zij zelf het risico op gehoorschade kunnen beperken. Dit kan door gehoorbescherming te dragen, afstand te nemen van de geluidsbron (speaker) en door zogenoemde oorpauzes in te lassen.
Het blijkt onmogelijk om maximale geluidsniveaus te adviseren die voor ieder individu absoluut veilig zijn, en dus geen risico op gehoorschade opleveren. Dat komt volgens het RIVM omdat de mate waarin mensen gevoelig zijn voor harde muziek per individu verschilt. Daarbij is de schadelijkheid van geluid mede afhankelijk van de duur dat mensen eraan worden blootgesteld. De totale hoeveelheid (hard) geluid waaraan mensen blootstaan, ook los van muziek, is niet voor iedereen gelijk.