Schoolbesturen van basisscholen moeten voortaan de medezeggenschapsraad om advies vragen als het gaat om het beleid met betrekking tot groepsgrootte. Op die manier kunnen leraren en ouders meepraten over de grootte van de klassen op hun school.
Kunnen meepraten
Minister Slob (Onderwijs) zei in de Tweede Kamer dat hij de Wet medezeggenschap op scholen gaat aanpassen. ‘Op deze manier zorgen we ervoor dat leraren en ouders echt kunnen meepraten over de groepsgrootte.’ Het advies dat de medezeggenschapsraad moet gaan geven, is niet vrijblijvend, benadrukte de minister. Legt een bestuur het advies naast zich neer, dan kan de raad naar een geschillencommissie. Ook wordt met de wetswijziging volgens de minister het probleem weggenomen dat de leraren en ouders zich overvallen voelen door besluiten van het bestuur. ‘Dit moet het gesprek tussen besturen en leraren op gang brengen.’
Gemiddeld 23 leerlingen
Scholen krijgen van het ministerie geld per leerling. Ze mogen zelf bepalen hoe ze dat geld uitgeven. Ook bepalen besturen zelf hoeveel leerlingen ze bij elkaar in een groep plaatsen. Gemiddeld zitten in een groep op de basisschool 23 kinderen. Dat aantal is al enkele jaren gelijk. Omdat dit cijfer een gemiddelde is, zijn er ook kleinere en grotere klassen.
Innovatieve scholen
Veel scholen kiezen bewust voor grote klassen, omdat ze dat voor het onderwijs beter vinden. Die scholen werken bijvoorbeeld met grote stamklassen, met een leraar en extra onderwijsassistenten. Zij geven minder klassikaal les en meer in kleinere, wisselende groepjes. ‘Dit soort innovatieve scholen wil ik geen strobreed in de weg leggen’, aldus Slob. De minister voelt er niets voor om een maximum te stellen aan de groepsgrootte. ‘Het is aan scholen zelf om te bepalen hoe groot de groepen zijn. Scholen weten zelf het beste hoe ze hun groepen goed kunnen indelen en ik ga me daar niet in mengen’, aldus de minister.
Gesprekken met medezeggenschapsraad
Het zal enige tijd duren om de wet aan te passen. Daarom roept de minister schoolbesturen op om meteen te beginnen met het voeren van de gesprekken met de medezeggenschapsraad. ‘Het is goed om dit soort belangrijke keuzes te bespreken met leraren en ouders. Er zijn besturen die het al heel goed doen. Maar ik hoop dat de rest ook zo snel mogelijk aansluit.’
Werkdrukakkoord
De minister gaf de Tweede Kamer ook een tussenstand over de uitvoering van het werkdrukakkoord. Schoolbesturen zijn in gesprek met leraren om plannen te maken voor de besteding van de 237 miljoen euro die scholen er komend jaar bij krijgen. Dat bedrag loopt de komende jaren op tot 430 miljoen. ‘Overal waar ik kom zijn de gesprekken op gang gekomen. Leraren mogen echt meebepalen waar ze in willen investeren om de werkdruk te verlagen’, aldus de minister. Scholen kiezen bijvoorbeeld voor het splitsen van combinatieklassen, voor het inhuren van een vakdocent voor gym, voor een investering in een ict-systeem waarmee je automatisch rapporten kunt uitdraaien of voor een vergadertraining om minder tijd kwijt te zijn aan overleg. Ook wordt er goed gekeken naar de werkwijze binnen de school, zodat overbodige werkzaamheden worden geschrapt.