Dit jaar ben ik met wat nieuws begonnen, lessen mediawijsheid geven in de klassen 1, 2 en 3. Een geweldige uitdaging. Als één doelgroep het goed kan gebruiken dat dit vak wekelijks op het rooster staat, dan zijn het wel de leerlingen van het praktijkonderwijs.
“Meneer, hebben we u nou morgen?” Een leerling uit de eerste spreekt mij aan in de kantine en kijkt mij vervolgens verwachtingsvol aan. “Nee, Youssef. Je hebt mij altijd op vrijdag, dat is overmorgen,” antwoord ik. Zijn gezicht vertrekt. “Huh, dan pas?” Yes, dan pas. “Maar het is zo vrijdag hoor!” Hij lacht. “Ik heb er nu al zin in, meneer. Gaan we dan weer met onze telefoons? Les over die, eh, telefoontijd ofzo?” ‘Schermtijd’, vul ik hem aan. “Ja, schermtijd ja!”
“Doen we, Youssef. Ik zie je vrijdag.”
Het bekijken van de schermtijd op de mobiele telefoon wordt een vast onderdeel binnen de lessen mediawijsheid. Om zo te proberen de leerlingen bewust te laten worden van hun eigen mediagebruik, in dit geval gebruik van de mobiele telefoon. De allereerste keer dat ik een klas de opdracht gaf om hun eigen schermtijd te gaan bekijken en op te schrijven, had er eigenlijk een camera in de klas moeten hangen. Die blikken in de ogen bij het zien van het aantal uren kijken naar YouTube deze week, die kreten van verbazing bij het zien van het aantal meldingen op een dag, de schaamte die volgde, maar ook de pure bekentenissen die de leerlingen deden. De eerlijkheid die de leerling op het praktijkonderwijs zo kenmerkt. Het was documentairewaardig.
De meestgebruikte apps van de leerlingen? YouTube, Snapchat, Instagram, TikTok.
Geen Whatsapp of Facebook. “Dat is voor oude mensen, meneer.”
Een leerling komt naar mij toegelopen met haar mobiel in de hand. Op het scherm staat de gemiddelde schermtijd per dag: 6,5 uur. “Is dit veel, meneer?”
Ze kijkt me hoopvol aan. Misschien zegt hij wel nee, zie ik haar denken. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht, een veelbetekenende glimlach. Ze snapt de boodschap. “Dit is wel een beetje veel zeker…….”
Een andere leerling doet spontaan de bekentenis dat ze een keer een blauw oog heeft opgelopen tijdens het kijken naar Netflix, omdat haar mobiel uit haar handen viel nadat ze in slaap was gevallen. We kunnen erom lachen met de klas. Weer een andere leerling vertelt dat hij uren filmpjes keek terwijl de bundel data allang op was. Het kwam zijn ouders op een rekening van een paar honderd euro te staan. “Dat had ik ook een keer!” vult een ander aan.
Zolang de telefoon op tafel mag blijven liggen, blijven de verhalen komen. Want voor wat, hoort wat. Zo werkt dat bij pubers.
Er is 1 leerling die een beetje argwaan heeft. “Is het verplicht om die tijd op te schrijven, meester? Ik wil dat niet. Het gaat jullie niks aan. Dat houd ik liever privé.”
Kijk, neem ik de klas mee. Welke informatie deel je wel met anderen en welke niet?
“Dank je, Erik”. Een prachtig onderwerp voor de volgende les.
Meester Stefan
(docent in het Praktijkonderwijs)
Instagram: @meesterstefan_hrlm