Pride Amsterdam, een festival om te vieren dat je kunt zijn wie je bent en mag houden van wie je wilt. Deze week zouden LHBTI’s (Lesbisch, Homo, Biseksueel, Transgender, Interseksueel) negen dagen lang de norm in de hoofdstad bepalen. Wegens het coronavirus is het festijn afgelast, maar de zichtbaarheid en aandacht voor deze community zou er eigenlijk het hele jaar door moeten zijn. Zo ook in het onderwijs.
Veel leerlingen komen bewust pas ná hun middelbare schooltijd uit de kast. Dat is niet zo gek, als je bedenkt dat pesten en schelden met ‘homo’ aan de orde van de dag is. Scholen zijn verplicht met hun leerlingen te werken aan een respectvolle houding met betrekking tot seksuele diversiteit. Ook willen scholen graag een veilige omgeving zijn waarin leerlingen goed kunnen leren. Op het gebied van seksuele diversiteit blijkt dat vaak lastig te zijn: landelijke monitoring laat zien dat LHBTI-leerlingen zich onveiliger voelen en vaker te maken hebben met pesten en geweld dan andere leerlingen. Wij geven drie tips (bron: School en Veiligheid).
Anti-pestbeleid
Uit onderzoek blijkt dat leerlingen het op prijs stellen als álle leraren iets van seksuele diversiteit afweten en openstaan voor een persoonlijk gesprekje. Toch vragen leraren zich vaak nog af hoe ze meer aandacht kunnen geven aan seksuele diversiteit en hoe ze gesprekken aan moeten gaan over dat onderwerp. Een anti-pestbeleid op school dat duidelijk beschrijft hoe ze pesten op grond van seksuele diversiteit wil tegengaan kan helpen. Leerlingen voelen zich dan veiliger en leraren voelen zich zekerder om in te grijpen bij homopesten. LHBTI-leerlingen komen eerder uit de kast en dienen bij pesten eerder een klacht in. Als er in het anti-pestbeleid iets over homopesten staat, spreekt het ook voor zich om het bij de gedragsafspraken aan het begin van het schooljaar over onveilige situaties voor LHBTI-leerlingen te hebben.
Praten, praten, praten
Leraren denken bij het onderwerp seksuele diversiteit vooral aan kennisoverdracht en lesinhoud, maar uit de verhalen van LHBTI-leerlingen blijkt dat hun behoeften er net anders uitzien. Zij willen graag een open gesprek kunnen hebben met hun leraren. Ze willen zichzelf gezien en gehoord voelen, en zich veilig weten te midden van hun klasgenoten en medeleerlingen. Daarvoor vinden ze het nodig dat iedereen binnen de school – leraren, mentoren, vertrouwenspersonen en schoolleiding – iets afweet van het onderwerp seksuele diversiteit, en dat er ook wordt samengewerkt als het om dat onderwerp gaat.
Gastles of zelf doen
Als je als leraar niet alles aanvoelt of niet overal van afweet, kan het help om gastlessen, bijvoorbeeld een voorlichting van het COC, te organiseren voor de klas. Dit brengt het gesprek op gang dat sommige leraren zo lastig te voeren vinden. Ervaringsdeskundigen kunnen informatie en kennis met de leerlingen delen die de leraren zelf niet in huis hebben. En er is meteen voldaan aan de wettelijke eis om aandacht aan seksuele diversiteit te besteden. Toch geven leerlingen aan dat ze het juist met hun eigen leraren zouden willen bespreken.
Maar hoe pak je dit aan als school of leraar? Stichting School en Veiligheid deelt zes ‘bevorderende factoren’ die zich al bewezen hebben in de praktijk, klik hier voor meer informatie.