Actie ondernemen om het dreigende lerarentekort tegen te houden, blijft de komende jaren hard nodig. Wel is er meer tijd om de problemen aan te pakken, het tekort loopt namelijk langzamer op dan eerder voorspeld. Ministers van Engelshoven en Slob (Onderwijs) schrijven in een brief aan de Tweede Kamer dat zij samen met alle betrokkenen hard bezig zijn om het lerarentekort terug te dringen.
Nieuwe arbeidsmarktramingen
Uit nieuwe arbeidsmarktramingen blijkt dat er bij gelijkblijvende omstandigheden niet in 2020 een tekort is van 4.100 fte leraren op basisscholen, maar twee jaar later, in 2022. Verklaringen zijn het toegenomen aantal leraren dat van de lerarenopleiding komen, leraren die later met pensioen gaan en deeltijders die meer uren zijn gaan werken. Volgens ministers Van Engelshoven en Slob geeft dat iets meer lucht om het tekort tegen te gaan.
Samen oplossingen vinden
In grote steden hebben basisscholen al problemen met het vinden van vervangers. De ministers hebben veel waardering voor de oplossingen die er door de school zelf worden gevonden om hiermee om te gaan. Het kan niet alleen vanuit Den Haag opgelost worden, benadrukken de ministers. Ook de werkgevers die gaan over het personeelsbeleid van de scholen, de lerarenopleidingen en de vakbonden moeten helpen. ‘Alleen als iedereen de zeilen bijzet kunnen we deze uitdaging aangaan’, zegt Slob.
Meer baangarantie
Er is ook een andere kant. ‘Je weet nu bijna zeker dat je een baan kunt vinden als je voor het onderwijs kiest’, zegt minister Slob. Dat is wel eens anders geweest. Veel basisschoolleraren zaten na hun opleiding zonder werk thuis of moesten in een andere sector aan de slag.
Investeringen kabinet
Met een scholingsbudget van 2.500 euro per leraar, probeert het kabinet werkloze leraren terug in de klas te krijgen. Daarnaast trekken de ministers 9,8 miljoen euro uit voor het omscholen van zij-instromers. Met het bedrag kan de opleiding voor ruim 490 leraren worden betaald. Het kabinet stelt totaal 430 miljoen euro beschikbaar om samen met leraren en scholen de werkdruk te verminderen en 270 miljoen euro voor het verbeteren van de salarissen. Daarnaast wordt het collegegeld voor de Pabo in het eerste én tweede jaar gehalveerd. ‘Alleen samen met leraren, scholen en vakbonden kunnen we het vak zo aantrekkelijk mogelijk maken’, zegt Slob.
VO en mbo
Het voortgezet onderwijs blijft bij onveranderde omstandigheden te maken houden met een lerarentekort, al is dat tekort kleiner dan in het primair onderwijs. Vooral voor bèta vakken en klassieke talen blijft het moeilijk om leraren te vinden. Op het mbo hebben technische vakmensen het werk voor het oprapen en dreigt het leraarschap het onderspit te delven. Ook in deze sectoren werkt het ministerie samen met de sociale partners aan het terugdringen van het tekort.
Bron: AD