Leraren werken structureel over. Omgerekend naar fulltime banen draaien leraren in het primair onderwijs een gemiddelde werkweek van 46,9 uur. Leraren in het voortgezet onderwijs komen aan 45,2 uur blijkt uit het AOb-onderzoek ‘Tijdsbesteding leraren po en vo’ naar de dagelijkse belasting van leraren.
Forse overschrijding norm
Zowel in po als vo is het aantal gemaakte uren een forse overschrijding van de norm die de cao voorschrijft: 40 uur in het po en 42,5 in het vo. De uren die leraren maken in schoolvakanties moeten nog bij het aantal uren worden opgeteld, want die zijn niet in het onderzoek meegerekend.
Weinig ruimte voor scholing
Het voeren van de administratie en contacten met ouders zorgen voor veel werkdruk en ’s avonds en in het weekend gaat het werk door. Ruimte voor scholing of innovatie is er nauwelijks. Dat de werkdruk onder Nederlandse leraren hoog ligt, was al jarenlang duidelijk. Een gedetailleerd onderzoek naar de tijdsbesteding van leraren en de belasting van verschillende werkzaamheden is volgens de AOb een goed vertrekpunt voor een plan van aanpak. De AOb verzamelde meer dan 77 duizend activiteiten van 8100 leraren in het primair en voortgezet onderwijs.
Lesgeven, voorbereiden en nakijken
Leerkrachten besteden de meeste tijd aan het geven van lessen en ook het voorbereiden en nakijken vraagt veel tijd, vooral in het voortgezet onderwijs. Voor elke 60 minuten dat hij voor de klas staat, besteedt een leerkracht op de middelbare school 50 minuten aan voorbereiding. Als we ervan uitgaan dat deze tijd voldoende is om de voorbereiding en het nakijken goed uit te voeren dan betekent dit een ‘opslagfactor’ van 83 procent. Voor juffen en meesters op basisscholen ligt deze verhouding anders: een kleine 24 minuten voorbereiding en nakijken is nodig voor elk (klok)uur voor de klas.
Rapportcijfer 7
In het rapport komt naar voren dat leraren in het primair en voortgezet onderwijs hun werk nog altijd weten te waarderen met een rapportcijfer 7 en bijzonder tevreden zijn over het werken met leerlingen en collega’s (rapportcijfer 8 of hoger). Het lesgeven, de kern van het beroep, wordt gemiddeld dus niet beschouwd als een zware last. Vooral het contact met ouders en het voeren van de administratie wordt als zwaar ervaren.