Tachtig procent van de Nederlandse schoolleiders moest de afgelopen weken op zoek naar vervanging voor (merendeels) zieke leerkrachten. Door het lerarentekort en doordat ook de invalpool vaak leeg is, leidt die zoektocht naar vervanging steeds vaker tot kunst- en vliegwerk. In 11% van de gevallen gaat de schooldirecteur zelf maar voor de klas staan. In eenderde van de gevallen lukt het helemaal niet om een oplossing te vinden. Dat blijkt uit peilingen onder ruim 1400 schoolleiders door de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS).
Het organiseren van vervanging voor afwezige teamleden kost schoolleiders in toenemende mate onevenredig veel tijd. Bovendien blijkt er vaak helemaal geen vervanger beschikbaar. Veel schoolleiders doen vervolgens hun uiterste best om leerlingen niet naar huis te sturen. Ze ervaren daarbij morele dilemma’s en belasten vaak andere teamleden. Omdat deze situatie niet houdbaar is, organiseert de AVS samen met CNV Schoolleiders in de week van 4 tot en met 8 februari de actie ‘#wijschoolleiders niet (te) vervangen’. Zij roepen hun leden in het primair onderwijs op om niet te zoeken naar vervanging van zieke teamleden.
Pleisters plakken
In aanloop naar de actie peilde de AVS de actuele vervangingsproblemen onder schoolleiders. Voorzitter Petra van Haren van de AVS: ‘We kunnen niet blijven pappen en nathouden, of bezig blijven met kortetermijnoplossingen. Al dat pleisters plakken leidt straks alleen maar tot nog meer ziekmeldingen en burn-outs. Het probleem wordt almaar groter. We begrijpen dat scholen ouders en leerlingen niet de dupe willen laten worden van onze actie, maar de hele samenleving moet inzien dat we straks helemaal geen keus meer hebben.’
Schoolleiders luchten hun hart
Schoolleiders grepen de peiling van de AVS aan om duidelijk te maken dat het water hen echt aan de lippen staat:
- “Het gaat steeds meer schuren en ik merk dat vooral op zondagmiddag. Dan word ik rond drie uur onrustig en dat duurt tot de volgende ochtend zeven uur. Als er maar geen zieke collega is die mij belt..."
- "Het regelen en nadenken over vervanging en invullen van vacatures heeft mij de afgelopen weken ongeveer 75% van mijn tijd gekost. Tijd die ik liever besteed had aan ontwikkelen van onderwijs.”
- “Collega's zijn soms bereid om extra te werken, maar er zijn er ook steeds meer die passen, omdat ze bang zijn anders zelf onderuit te gaan.”
- “Het is bijna niet meer te doen. Ik voel dat we aardig in de kou staan als schoolleiders. Het maakt mij erg verdrietig om dit na al die mooie jaren mee te moeten maken. Het is echt een dieptepunt.”
- “Met name het feit dat we als directie zelf voor de klas gaan staan (wat we natuurlijk wel doen) maakt het erg zwaar. Je hebt de hele dag een groep, onvoorbereid, en daarna ligt het eigen werk er nog dat in de avond gedaan moet worden. De hele dag door doen ouders en collega's een beroep op je, ook als je voor de klas staat. Dat veroorzaakt grote druk.”
- “Er is vaak niemand te krijgen en dat zorgt voor een spagaat. Het bestuur wil geen directeur voor de klas, de directeur wil geen leerlingen naar huis sturen."
Resultaten van de peilingen
- In totaal deden 1429 respondenten mee aan twee peilingen, bestaande uit leidinggevenden in het primair onderwijs. 79,8% van hen moest de afgelopen twee weken vervanging regelen.
- Zij moesten per week gemiddeld 2,5 personeelsleden vervangen voor in totaal gemiddeld 5 dagen per week.
- 64% van het personeel moest vervangen worden als gevolg van ziekte (de rest vanwege met name wettelijk verlof en studie).
- In 37% (meer dan eenderde) van de gevallen lukte het schoolleiders niet om voldoende vervanging te regelen, waardoor leerlingen op school moesten worden opgevangen of naar huis werden gestuurd. In eenderde van de gevallen lukte dat wel, dankzij gebruikmaking van een invalpool. In nog eens eenderde van de gevallen moesten schoolleiders hun toevlucht nemen tot inventieve oplossingen. Denk aan het samenvoegen van groepen, het oproepen van oud- of zelfs gepensioneerde collega’s, of het voor de klas zetten van stagiaires en onderwijsassistenten. In 11% van de gevallen ging een schoolleider dan maar zelf voor de klas staan.
- Schoolleiders in Flevoland, Drenthe en Limburg hebben het het zwaarst met het regelen van vervanging. Zo gaf in Flevoland maar liefst 57% van de schoolleiders aan het niet voor elkaar te krijgen alle vervangingen te regelen.
- In totaal was er op de scholen van de respondenten in de afgelopen twee weken voor 12.660 leerlingen geen vervangende leerkracht. Dat betekent dat per schoolleider voor gemiddeld 28,5 leerlingen geen vervangende leerkracht kon worden gevonden. Voor de helft van die leerlingen moest de school opvang regelen op verzoek van de ouders. De gedupeerde leerlingen zitten gelijkmatig verspreid over alle groepen (van 1 t/m 8).