Dat er steeds meer kinderen de diagnose dyslexie en dyscalculie krijgen, is het gevolg van slecht onderwijs volgens drie hoogleraren. Ze stellen dat er met de kinderen niets aan de hand is. 'Ze moeten gewoon weer stampen.' Dit meldt het AD.
Te weinig geoefend
Er worden onnodig veel kinderen gediagnosticeerd met ernstige lees- en rekenproblemen volgens dyslexiehoogleraar Anna Bosman van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze onderzoekt dyslexie sinds 2007 en concludeert: 'Dyslexie is een gevolg van slecht onderwijs.' 'Er wordt gewoon te weinig geoefend,' vervolgt ze. 'Kinderen moeten de spellingregels goed in hun hoofd hebben. Bijvoorbeeld dat een g-klank voor een 't' vrijwel altijd een 'ch' is en geen 'g'.'
Weer ouderwets stampen
Er moet weer ouderwets gestampt worden. 'Elke dag een dictee.' Voor dyscalculie - rekenblindheid - geldt ook dat debasisvaardigheden ontbreken, stelt Bosman. Het betreft dan bijvoorbeeld optellen, vermenigvuldigen en de tafels kennen. Bosman onderzocht vijftig leerlingen. De leerlingen ondergingen een intensieve rekentraining van zes weken en gingen er gemiddeld met anderhalf jaar vooruit. Ze meent dat vrijwel alle leerlingen in staat zijn 'om deze basisvaardigheden te verwerven.'
Bestaat dyslexie wel?
Op sommige middelbare scholen staat 30 procent van de leerlingen te boek als dyslectisch. Bosman: 'Als kinderen moeite met lezen of rekenen hebben, wordt de oorzaak bijna altijd buiten het kind gezocht.' Ze vervolgt dat 'we vergeten te checken of er wel goed onderwijs is gegeven.' Het blijkt dat met wetenschappelijk onderbouwde methodes kinderen met sprongen vooruitgaan. Bosman: 'Ik vraag me zelfs af of dyslexie wel bestaat.'
Hoogleraren Kees Vernooy en Ben Maarssen sluiten zich aan bij de stelling van Bosman. Vernooy: 'Er is wetenschappelijk bewijs dat kinderen meer moeten oefenen. Dat herhaling nodig is. Maar dat hoort men niet graag. Maassen: 'De praktijk is nu dat kinderen met dyslexie minder hoeven te lezen en te spellen, terwijl ze juist méér moeten oefenen.'