Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) biedt scholen extra mogelijkheden om vertragingen door de coronacrisis in te halen en achterstanden bij leerlingen op de langere termijn te voorkomen. Maar hoe bepalen schoolleiders en leraren de juiste interventies? ‘Kijk of er sprake is van achterstanden of vertraging en durf vervolgens keuzes te maken in het curriculum’ is de kern van het advies van SLO. Om scholen en leraren bij passende keuzes voor hun school en hun leerlingen te ondersteunen, heeft SLO haar handreikingen en relevante tools gebundeld op www.slo.nl/npo.
Al tijdens de eerste periode vorig jaar maart, toen de scholen vanwege corona dichtgingen, zorgde SLO voor aandachtspunten en tips over het prioriteren van leerdoelen. Deze zijn inmiddels uitgewerkt tot focusdoelen en te raadplegen op www.slo.nl/npo. Samen met hun collega’s hebben Suzanne Sjoers en Matthijs Driebergen, curriculumontwikkelaars bij SLO, hard gewerkt aan het bijeenbrengen van focusdoelen, handreikingen en door SLO ontwikkelde tools.
‘Het is nu zaak dat de scholen een weloverwogen curriculum op maat voor hun leerlingen samen kunnen stellen. We hopen dat de handreikingen op de SLO-website de scholen daarbij een steuntje in de rug zijn.’
Focusdoelen
‘Allereerst is het van belang dat scholen en leraren inventariseren waar leerlingen staan in hun ontwikkeling en waar nog interventies op moeten worden gepleegd’, zegt Matthijs. Bij het vaststellen van de focusdoelen voor het basisonderwijs hebben de vakexperts van SLO onderzocht welke stappen voor leerlingen noodzakelijk zijn om zich verder te ontwikkelen. ‘Sommige doelen kun je over een langere periode uitsmeren, zoals de doelen voor meetkunde. Die kunnen in deze tijd minder prioriteit krijgen. Andere doelen hebben meer urgentie. Neem het leesonderwijs in groep 3.’
Suzanne benadrukt dat SLO met de handreikingen, tips en tools vooral de helpende hand wil bieden. ‘Leraren hebben genoeg expertise in huis om zelf in te kunnen schatten wat nodig is. Er zijn gelukkig ook veel leerlingen die geen achterstand hebben opgelopen. Sommigen hebben zelfs een voorsprong gekregen. Ook die leerlingen hebben we meegenomen in onze handreikingen.’
Alle focusdoelen staan met uitleg op de speciale SLO-website. Voor de curriculaire gevolgen van het werken met focusdoelen geeft SLO ook handreikingen.
‘Er zijn inmiddels volop aanwijzingen dat scholen er bij taal en rekenen heel hard aan hebben getrokken waardoor hun leerlingen op een aantal terreinen redelijk goed bij zijn gebleven’, weet Matthijs. ‘De achterstanden die je op deze gebieden zou verwachten, zijn voor een deel terug te voeren op omstandigheden zoals de thuissituatie. Je ziet ook dat bij leerlingen met een achterstand vóór corona, deze achterstand groter is geworden. De verschillen zijn groter geworden, dus het heeft zeker prioriteit om voor die groepen extra onderwijs in te richten. Voor een vak als Engels in de bovenbouw van het basisonderwijs zien we dat er over de hele linie achterstand is ontstaan op het reguliere onderwijsprogramma. Middelbare scholen moeten zich ervan bewust zijn dat nieuwe brugklasleerlingen op dit vlak nog diverser binnenstromen dan afgelopen jaren het geval was.
Geïntegreerd aanbieden
De website bundelt uiteenlopende tools uit SLO-projecten. Al deze tools kunnen scholen in deze periode van nut zijn. Een van de tools is het geïntegreerd aanbieden van verschillende leergebieden. ‘Samenhang tussen vakken kan overladenheid van het programma tegengaan en kan scholen ruimte geven om het curriculum meer naar eigen inzicht in te richten’, legt Suzanne uit. ‘Je kunt bijvoorbeeld taal- en rekendoelen op een heel natuurlijke wijze verweven in wereldoriëntatie en kunstzinnige oriëntatie, waardoor het leren voor leerlingen meer betekenis krijgt. Wanneer de betrokkenheid van leerlingen groot is, heeft dat bovendien een gunstig effect op de leeropbrengsten. Allemaal voordelen die juist nu goed van pas kunnen komen.’ Leerlingen hebben misschien op cognitief vlak achterstanden, maar minstens zo belangrijk is hun sociaal-emotionele ontwikkeling, stellen Matthijs en Suzanne. ‘Samen spelen en samenwerken heeft een behoorlijke tijd stilgestaan’, zegt Suzanne. ‘Is het bijvoorbeeld tijd om tafels te oefenen? Doe dat dan in de vorm van een spel, waarbij kinderen samen kunnen optrekken en met winnen en verliezen kunnen oefenen’, adviseert ze.
Ook voor kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs en sport heeft SLO focusdoelen vastgesteld. ‘Dat ligt misschien minder voor de hand’, licht Suzanne toe, ‘maar beide vakgebieden zijn belangrijk voor de doorgaande ontwikkeling van kinderen. In kunstzinnige oriëntatie kunnen ze sociaal-emotioneel veel kwijt. In kunstonderwijs kun je belangrijke aspecten als eenzaamheid en verlies aan bod laten komen. Bovendien hebben kinderen minder buiten gespeeld en minder gesport. Om haperingen in hun ontwikkeling te vermijden, is het van belang om ook bij bewegingsonderwijs en sport keuzes te maken. Daar hebben onze curriculumontwikkelaars zich ook over gebogen.’
Daarnaast zijn de bevindingen van het SLO-project ‘Kansrijk adviseren van groep 8 naar brugklas’ te raadplegen.
Dit artikel is afkomstig uit PrimaOnderwijs nr. 3 'Een kansrijke toekomst'.
Tekst: Brigitte Bloem
Reacties