Mijn nicht van rond de dertig wil de PABO gaan doen. Daar moet ze toetsen en opdrachten voor maken om aangenomen te worden. Ze heeft namelijk geen geschikte vooropleiding. Vandaar haar app met het volgende verzoek: “Ik moet een verslag maken van interviews met leraren. Wil je me helpen?”
Zij werkt nu bij een kinderdagverblijf. Het is een lang gekoesterde wens van haar om voor de klas te staan. Een aanwinst voor het onderwijs lijkt ze me. Ik help haar graag de vragen te beantwoorden.
Eén daarvan luidt: wat is jouw beeld van een goede leerkracht?
Mmm, mijn beeld van een goede leerkracht. Daar ga ik even voor zitten.
Het doet mij denken aan een recente uitspraak van kinderboekenschrijver Bart Moeyaert. Hij won de Astrid Memorial Award 2019. Een soort Nobelprijs voor de jeugdliteratuur. “BART MOEYAERT IS DE BESTE JEUGDSCHRIJVER TER WERELD” kopte een krant. In een interview zei hij: “Leerkrachten die zelf niet lezen, zijn geen goede leerkracht.” Dat werd hem niet in dank afgenomen door veel mensen. Later heeft hij de uitspraak genuanceerd. De uitspraak was uit zijn verband gerukt, benadrukte hij.
“Ik bedoelde het niet als aanval op de leerkracht. Het was hardop nadenken over hoe wij omgaan met jeugdliteratuur in het algemeen. Jeugdliteratuur moet serieuzer genomen worden. Leraren zijn de beste rolmodellen om te laten zien dat we beter met boeken om moeten gaan.”
Daar kan ik in mee gaan. Ik wil alle kinderen met plezier aan het lezen krijgen. Leesbevordering betekent zelf lezen, voorlezen en praten over boeken met kinderen.
In mijn vorige blog vertelde ik over de vele jeugdboeken die ik gelezen heb in de vakantie. Waaronder een boek van Bart Moeyaert: Tegenwoordig heet iedereen Sorry. Een verhaal dat zich in één middag afspeelt en waarbij ik meeleef met de boosheid van Bianca. Ze is ongeveer twaalf jaar en voelt zich niet gezien door haar ouders die gescheiden zijn. Een prachtige zin vind ik “Tegelijk met de deur die dichtgaat wordt de brede glimlach van mama smaller en smaller en smaller, tot er niets meer van overblijft.”
Kort door de bocht ben ik volgens Bart dus een goede leerkracht. Dat wordt niet mijn antwoord aan mijn nicht. Zorgvuldig formuleer ik een tekst met de woorden die mij te binnen schieten. Hopelijk heeft ze er iets aan. Vol spanning wacht ik de dagen daarna af. Ze heeft alles gehaald behalve wiskunde. Ze moet een jaar wachten om dat vak opnieuw te kunnen doen. Of ze dat gaat doen? Ik weet het niet.
Wel weet ik dat dit een gemiste kans is voor het onderwijs.
Annelies