Weten waaróm je in de klas iets doet, maakt onderwijs leuker en effectiever. Hoe? Door te zorgen voor een onderzoekende cultuur en door als team systematisch en onderbouwd speerpunten te bepalen waar je aan gaat werken om je onderwijs verder te verbeteren. Het is het onderwerp van de nieuwe leidraad van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).
Leraren zijn leraar geworden omdat ze kinderen zo goed mogelijk onderwijs willen geven. En omdat elke leerling en elke school anders is, is het belangrijk je als school af te vragen: wat hebben onze leerlingen nodig? En past het onderwijs dat wij geven nog steeds bij onze kinderen? Kunnen we zaken verbeteren, zodat ons onderwijs beter aansluit bij wat onze leerlingen nodig hebben? Of hebben we zelf een ambitie om iets dat al best goed gaat toch verder te ontwikkelen?
Stap voor stap verbeteren
Om achter de antwoorden op deze vragen te komen, en vervolgens verbeteringen in het onderwijs aan te brengen, is een professionele, onderzoekende cultuur nodig. Over hoe je zo’n cultuur creëert, ontwikkelde een schrijfteam van het NRO de leidraad ‘Werken aan onderwijsverbetering: evidence-informed naar een lerende organisatie. Judith Amels, docent en onderwijsadviseur in het hbo, is een van de auteurs . ‘In die leidraad beschrijven we hoe scholen als team, samen dus, verbeteringen in hun onderwijs in gang kunnen zetten. De leidraad geeft aanbevelingen hoe je dat systematisch en cyclisch, dus stap voor stap, kunt doen. We laten zien dat je op twee sporen tegelijk aan de slag kunt: systematisch (en daardoor succesvol) onderwijsverbeteringen realiseren én een onderzoekende cultuur creëren.’ Daar gaan ook de aanbevelingen over.
Onderbuikgevoel
Ze geeft een voorbeeld van hoe dat kan werken: als school heb je gemerkt dat er steeds meer leerlingen in huis zijn die meer dan het gemiddelde onderwijsaanbod aankunnen. De vraag is dan, wat kunnen we doen om deze leerlingen beter onderwijs te bieden, toegesneden op hun behoeften? We willen dan eerst goed weten wat er aan de hand is. Op welke gebieden kunnen ze meer aan; en is het echt zo dat ze meer aankunnen of is dat vooral ons gevoel? Kunnen we dat hard maken? Het begint dus met een goede diagnose. Daarvoor kun je gaan zoeken naar objectieve data - binnen én buiten de school - en naar literatuur over dit onderwerp. Kortom, je trekt het breder dan alleen het zogenoemde ‘onderbuikgevoel’. Je gaat onderzoeksmatig aan de slag om goed in beeld te krijgen wat er aan de hand is. Bijvoorbeeld in een werkgroep, die in het team deelt wat er is gevonden.’
Goede diagnose
Een goede diagnose is de eerste stap in de systematische en cyclische aanpak. Zo’n aanpak is van groot belang, zegt Amels, ‘omdat een goede diagnose het mogelijk maakt concrete en bij jouw school passende verbeteringen te vinden’. ‘In de diagnose spiegel je bevindingen en kennis uit literatuur of van experts dus altijd aan je eigen school: is wat ik lees en hoor ook toepasbaar en haalbaar voor ons? Gebruik maken van beschikbare data en kennis en die verbinden aan kennis en ervaringen uit de eigen school, waarbij je zelf bedenkt wat voor jouw school bruikbaar is, dát is evidence-informed werken. We willen heel veel in het onderwijs, maar je moet je als school afvragen wat werkt voor jouw leerlingen. Als school ben je de expert van je eigen leerlingen. En wat werkt op de ene school, hoeft helemaal niet te werken op een andere school.’
Investeer in onderzoekscultuur
De leidraad biedt handvatten voor leerkrachten én schoolleiders. ‘Als schoolleider ben je aanjager van de onderzoekscultuur in school en als leerkracht ben je er onderdeel van.’ Volgens auteur Yaëlle van de Stolpe, leerkracht op een basisschool en schoolleider in opleiding, maakt zo’n professionele cultuur op school het vak van leraar veel interessanter. ‘Je focust automatisch op de inhoud, datgene waarom je leraar bent geworden. Je bent dus puur met je vak bezig. Het is dan ook belangrijk dat je als schoolleider zo’n onderzoekende cultuur in school faciliteert, door te zorgen dat het team er minstens een paar uur per week aan besteedt. Zorgen dat je tijd uittrekt voor de dingen die er echt toe doen. En dus regelzaken als feesten en partijen uitbesteedt. Dat is een keuze die je als school maakt. Mijn tip: investeer in een onderzoekscultuur, het vak wordt er leuker van en je ziet dit terug in betere resultaten bij de leerlingen en werkplezier bij leerkrachten.’
Concrete handvatten
De makers van deze leidraad doen zes aanbevelingen, waarmee scholen aan de slag kunnen. ‘Er zijn maar weinig scholen die helemaal niets doen op dit vlak. Sommige stappen heb je als school misschien al gezet en dan gebruik je de aanbevelingen om zaken nog te verbeteren. Of je pakt gewoon die aanbevelingen die je nog kunt gebruiken. ‘Het is geen recept, maar een leidraad, haal eruit wat voor jouw school nodig is’, aldus Van de Stolpe.
De leidraden van het NRO zijn publicaties waarin onderwijsonderzoek wordt verbonden met de onderwijspraktijk. Ze zijn geschreven door commissies die bestaan uit leerkrachten, intern begeleiders, schoolleiders, lerarenopleiders en onderwijswetenschappers. Hierin wordt wetenschappelijke kennis gebundeld over belangrijke thema’s. Op basis hiervan worden praktische aanbevelingen gegeven. Eerder verschenen de leidraden ‘Differentiatie als sleutel voor gelijke kansen’ en ‘Onderwijs vanuit hoge verwachtingen’.
Alle leidraden en bijbehorende materialen zijn online te downloaden. Liever een fysiek exemplaar? Deze kun je gratis bestellen. Ga naar www.onderwijskennis.nl/leidraden
Dit artikel is verschenen in PrimaOnderwijs nr.3 'Een leven lang leren'.
Reacties