Levensechte opdrachten laten leerlingen in het middelbaar onderwijs meer grip krijgen op de lesstof. ‘Die opdrachten mogen best ingewikkeld zijn, mits er goede begeleiding is. Uit ons onderzoek blijkt dat als er een goede combinatie is van deze twee elementen er vanzelf diep leren kan ontstaan’, verklaart Maaike Koopman, onderzoeker Eindhoven School of Education.
Bij diep leren gaan leerlingen nieuwe kennis en vaardigheden integreren en verbinden aan de al aanwezige kennis. ‘Om te kijken op welke manier diep leren gestimuleerd wordt, hebben wij twaalf praktijk(cases) onderzocht’, zegt Maaike. Wat blijkt: complexe vraagstukken kunnen - met de juiste begeleiding - tot bijzondere inzichten leiden en laten leerlingen diep leren.
Uit dit onderzoek komt naar voren dat we diep leren op twee manieren kunnen oproepen. Allereerst via de gestructureerde opdracht. ‘Een leerkracht heeft lastige materie op de plank liggen en geeft leerlingen een uitdagende opdracht. Zoals ‘Ontwerp je eigen oplaadpaal voor een elektrische auto’, waarbij leerlingen met behulp van verschillende werkbladen en tussenstappen zelf ontdekken hoe ze elektrische schakelingen (de lastige materie) ontwerpen. De lessenreeks bouwt zich langzaam op terwijl de leerkracht sturing geeft waar nodig. En de leerling ontdekt hoe de elektrische schakelingen werken.
De complexe materie wordt een uitdagend ontwerp.’
Zelf uitvogelen inspireert
De tweede manier om diep leren op te roepen is de vrije opdracht. Leerlingen mogen in dit geval zelf keuzes maken en uitvogelen hoe ze te werk moeten gaan. ‘Denk aan het opzetten van een eigen onderneming. Wie en wat hebben ze nodig om hun bedrijf tot een succes te maken? Doordat je ze zelf keuzes laat maken, leer je ze kritisch nadenken. Vooral opdrachten van echte opdrachtgevers maken een project waardevol.’
Aan de slag
Ook jij kunt aan de slag met diep leren. Maaikes tips!
1. Kies gericht.
‘Waar heeft jouw klas behoefte aan? Welke stof vinden leerlingen lastig of vind je zelf lastig?’
2. Houd je doel voor ogen.
‘Wat verwacht je uiteindelijk van de leerlingen?’
3. Laat ze niet zwemmen.
‘Geef de leerlingen tussenstappen. Laat ze bijvoorbeeld tussendoor materiaal aanleveren.’
4. Hoeft niet vakoverstijgend.
‘Werk met thema’s en niet met een voorgeschreven volgorde van lessen, dan kan het prima voor jouw eigen vak.’