Van 22 januari tot 1 februari vinden De Nationale Voorleesdagen plaats. Deze dagen zijn vooral gericht op het primair onderwijs en de kinderopvang. Maar voorlezen is voor jong en oud. En dus ook geschikt én belangrijk voor het middelbaar onderwijs. Wil jij (meer) gaan voorlezen? Zo pak je het aan!
Eén op de drie jongeren vindt lezen niet leuk en de helft van de scholieren leest nooit een roman of een langer verhaal. Wereldwijd gaat het leesplezier onder jongeren omlaag. Nederland bungelt met deze cijfers onderaan de internationale ranglijst, zo werd in juni 2019 bekendgemaakt. Een kwalijke zaak, zo wordt gezegd, want lezen heeft een positief effect op de persoonlijke en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Er moet meer gelezen worden en voorlezen kan helpen het leesplezier omhoog te schroeven.
Je vraagt je misschien af of pubers nog wel rustig naar een verhaal willen luisteren. Het antwoord is simpel. Waarschijnlijk wel, mits aan de juiste voorwaarden wordt voldaan. PrimaOnderwijs heeft voor het gemak 7 tips voor je op een rijtje gezet.
1. Kies het juiste boek
Dit betekent dat het boek moet aansluiten op de belevingswereld van de studenten. Boeken die qua onderwerp bij de levensfase passen, maar technisch nog te lastig zijn, kunnen wel voorgelezen worden. Zo krijgen leerlingen, ondanks de moeilijkheidsgraad, toch een positieve associatie met lezen. En krijgen leerlingen die zelf weinig lezen een idee van waar hun interesses liggen. En voorlezen hoeft echt niet alleen bij het vak Nederlands.
2. Zelf gelezen? Toon je enthousiasme en stop bij de cliffhanger
Ben je zelf erg enthousiast over een boek en denk je dat het zou kunnen aansluiten bij jouw klas middelbare scholieren? Ga dan voor dit boek! Vertel eerst in al je enthousiasme waarom dit een goed boek is. Lees een stuk uit het boek en stop op een spannend moment, zo verleid je de leerling het boek zelf te gaan lezen. ‘Als hij er zo enthousiast over is, zou het toch wel goed moeten zijn?’
3. Verbreed de horizon
Wanneer leerlingen wel lezen, kiezen zij vaak voor boeken die ze al kennen: boeken uit een bepaalde reeks of van een bepaalde schrijver. Dit patroon kan door docenten worden doorbroken door (fragmenten) uit andere boeken voor te lezen. Haal leerlingen uit hun comfortzone: stimuleer ze door voor te lezen een volgende stap te maken in hun lees- en taalontwikkeling.
4. Niet alleen boeken
Natuurlijk worden jongeren vooral gepusht meer boeken te lezen. Maar er is meer te lezen. Maar start je les eens met een column van een aansprekende schrijver (acteur, cabaretier etc.). Zo start je een discussie, heb je een pakkend intro van de les en het fijne aan een column, de tekst is kort, komt snel tot de kern en is informeel geschreven.
5. Vraag NIET: waar gaat het boek over?
Vragen stellen over een boek tijdens het lezen (interactief voorlezen) kan de leerling stimuleren meer te lezen. Maar de vraag ‘waar gaat het boek over?’ is alles behalve prikkelend. En zet niet aan tot verder nadenken. Beter kun je vragen: welk stukje vind je mooi, goed (of juist niet)? Wat vind je vreemd? Ken je een boek dat hier op lijkt? Welk personage vind je interessant? Bij interactief voorlezen staat de persoonlijke beleving altijd centraal en zijn er geen goede of foute antwoorden. De vragen zijn puur bedoeld om de leerling te prikkelen en te boeien.
6. Zoek een goede voorleesplek
Waarom altijd voorlezen in het eigen klaslokaal? Misschien is het voorleesmoment een perfect moment om lekker even naar buiten te gaan en te zitten op het gras? Of met z’n allen plaats te nemen op de trap. Laat de leerlingen een goede voorleeslocatie zoeken en voorlezen zal voelen als een klein ‘uitje’.
7. Nodig een auteur uit
Wie kan het boek beter voorlezen dan de auteur van het boek. Niemand kent de personages, de gevoelens en het verhaal beter dan de schrijver. Er zijn talloze aansprekende schrijvers die regelmatig lezingen geven. Nodig hem of haar uit op jouw school en het zal de wil om te lezen zeker bevorderen.