Kunstonderwijs op scholen kan een stuk beter en zou veel meer moeten aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen. Geen opdrachten voorkauwen, maar de leerling zijn eigen materialen laten kiezen, laten nadenken en zijn eigen kunstwerk laten creëren.
Kunstonderwijs is op veel scholen hopeloos verouderd en sluit totaal niet aan bij de huidige ontwikkelingen in de kunstwereld. Dat stelt Edwin de Klein, kunstenaar én kunstdocent op het Valuascollege in Venlo. Hij studeerde afgelopen zomer af aan de kunstacademie en zijn afstudeeronderzoek ging over dit onderwerp. ‘Ik merkte dat kunsteducatie op mijn stageplekken tientallen jaren was blijven hangen; jaar op jaar werden dezelfde opdrachten gegeven en er was geen sprake van vernieuwing. Het is het tegenovergestelde van de professionele kunstwereld, die in snel tempo blijft innoveren.’ In het kader van zijn afstudeer onderzoek, maakte hij daarom een geheel nieuwe kunsteducatie leeromgeving. Eigenlijk zijn droom. Maar daarover straks meer.
Alles ligt vast
De Klein: ‘Op veel scholen gaat het bij kunstonderwijs zo: leerlingen krijgen een vaste opdracht, te maken met een van tevoren vastgestelde techniek en dito materialen en een vast ontwerp. Gevolg: in de uiteindelijke werkstukken zit geen enkele authenticiteit van de leerlingen zelf en je krijgt dertig keer hetzelfde werkstuk.’ Dat is echt erg, vindt De Klein. ‘Want de overheid propageert juist dat mensen, maar ook scholen, een leven lang moeten blijven leren en moeten doorontwikkelen, maar dit soort opdrachten, die elk jaar terugkomen, sluiten totaal niet aan bij de huidige wereld van de kunst. Het kunstvak moet er juist voor zorgen dat leerlingen een onderzoekende, reflecterende en kritische houding aanleren en waar ze hun emoties en opgedane kennis uit de gehele maatschappij leren visualiseren.’
Bezuinigingen
De kunstdocent kan wel een paar oorzaken aanwijzen voor het in zijn ogen karige kunstonderwijs. ‘De afgelopen jaren is er op kunstonderwijs erg veel bezuinigd, scholen kregen veel minder uren en tijd om te innoveren was er dan ook nauwelijks. Dat deed de motivatie van docenten geen goed en de neiging tot vernieuwen was dan ook niet groot. Ook speelt mee dat kunstvakken nogal worden ondergewaardeerd. Alle aandacht gaat naar rekenen, wiskunde en taal en het belang van kunstonderwijs wordt onderschat. Er is tegenwoordig veel aandacht voor burgerschap en het kweken van kritische, evenwichtige volwassenen. Naar mijn mening leent het creatieve vak zich juist om maatschappelijke kwesties te behandelen. Niet zozeer om protestkunst te maken, maar om maatschappelijke thema’s op een andere, kritische manier te behandelen, vanuit verschillende perspectieven en dat vervolgens om te zetten naar een visueel beeld.’
Vrijheid
Op zijn eigen school in Venlo, een school met topklassen kunst, krijgen leerlingen de vrijheid om juist dát te doen. ‘Ze werken bij mij niet voor een punt, maar om een idee te visualiseren. Ze trekken bijvoorbeeld uit een trommel een papiertje met een bepaald begrip erop en dan zeg ik: maak iets driedimensionaals, en succes ermee. Dat is heel erg leuk en ook heel moeilijk. Ik daag ze uit over het ontwikkelen na te denken en samen te reflecteren. Ik begeleid ze dan ook heel intensief, als een soort coach.’ Drie dagen is De Klein zelf kunstenaar, drie dagen staat hij voor de klas. ‘En daar vertel ik wat ik zelf doe, over de totstandkoming van mijn beelden, mijn tentoonstelling, maar ook: hoe verdien je met kunst je eigen boterham. De bevlogenheid die ik zelf heb, werkt heel stimulerend voor leerlingen.’
Eigen handschrift
Volgens De Klein wordt op kunstacademies allang geen les meer gegeven over technieken en materialen, maar ligt de nadruk op het ontwikkelen van een eigen handschrift en denkvermogen; hoe zet je jouw fascinatie, je ideeën om in een visuele beelden. ‘Maar het voortgezet onderwijs geeft een heel vertekend beeld van de huidige kunstwereld, hoe kunstenaars zelf werken en hoe ze in de maatschappij staan. Wat mij ook opviel, is dat er weinig theorie wordt gegeven, en als die dan wordt gegeven, gaat het veelal over kunst en kunstenaars ver terug in de tijd, met name het westerse canon. De Klein pleit voor ‘authentieke kunsteducatie’, waarbij wordt gestreefd naar aansluiting bij de hedendaagse, professionele beroepspraktijk en de belevingswereld van jongeren. ‘Ga eens langs bij een atelier van een kunstenaar. En dan liefst een uit de regio. Zodat een leerling denkt: o, dus kunst vindt ook hier plaats en niet alleen maar in de grote stad. Bezoek een galerie, een modeontwerper of muzikant, die vertelt over zijn werk.’
Droom
En dan de droom van Edwin, zijn ideaal voor toekomstig kunstonderwijs. Hij ontwierp een kunsteducatie-leeromgeving en maakte daar een presentatie van in de vorm van een filmpje. In dit ideaal komen zijn ideeën over kunsteducatie allemaal samen. ‘Ik heb een visuele interpretatie gemaakt van mijn droomlocatie voor kunstonderwijs. Het is een plek waar alle materialen en werkplekken aanwezig zijn. Het is een beetje het idee van een atelier, maar dan voor alle vormen van kunstdisciplines. Zo is er een collegezaal voor theoretisch onderwijs, een metaalwerkplaats, hout- en keramiekwerkplaats en een plek voor digitale kunst. En op de eerste verdieping een ruimte om te onderzoeken: een bibliotheek en tentoonstellingsruimten. Er zijn al scholen waar iets dergelijks bestaat. Hiermee hoop ik anderen te inspireren het kunstonderwijs te verbeteren.’
Dit artikel is verschenen in PrimaOnderwijs nr.3 'Een leven lang leren'.