Alle basisschoolkinderen in Rotterdam krijgen programmeerles. Connectis, SIDN en de TU Delft, drie grote partijen op het gebied van respectievelijk veilige inlogsoftware, internet en wetenschappelijk onderzoek maken dit mogelijk.
Programmeren is leuk
"Programmeren is een van de meest creatieve activiteiten die er bestaan", vertelt Martijn Kaag van Connectis. "Juist ook voor kinderen. Het is boeiend en heel geschikt om spelenderwijs te leren. Als je kinderen op jonge leeftijd laat zien hoe leuk programmeren is, verbreed je hun horizon en bied je ze meer perspectief voor later. Zelfs al word je geen programmeur, het gestructureerde denken dat je leert van programmeren komt in alle beroepen uitstekend van pas."
Op jonge leeftijd kennis maken
Kinderen die op jonge leeftijd kennismaken met programmeren van software kunnen zich daar makkelijk verder in ontwikkelen. Kinderen krijgen met dit project de kans hun potentieel te ontdekken en hun kansen later op de arbeidsmarkt te vergroten. Terwijl tegelijkertijd wordt voorzien in de vraag naar programmeurs. Het huidige basisonderwijs is hier nog niet voldoende op ingericht en ook ontbreken vaak de middelen en de expertise, aldus de partijen.
Tekort aan programmeurs
"Wij zien een tekort aan programmeurs op de arbeidsmarkt", zegt Martijn. "Wij zijn continue op zoek naar goede developers die – net als wij – waarde willen toevoegen aan de maatschappij. Door het programmeren op basisscholen een impuls te geven, hopen we ook op die manier een steentje bij te dragen."
Studenten verzorgen de lessen
Connectis een grote leverancier van online identificatie-software zorgt voor de betaling van de studenten die de lessen gaan geven. SIDN, het bedrijf dat de .nl-domeinnamen beheert, levert de laptops waarmee de lessen worden gegeven. De TU-Delft coördineert het project en selecteert de studenten. De programmeerlessen beginnen in mei 2017 en worden gegeven aan de leerlingen in de bovenbouw (groep 6 tot 8).