Nederlandse kinderen houden minder van lezen dan leeftijdsgenootjes in andere landen. Ongeveer één op de drie Nederlandse tienjarigen ervaart weinig tot geen leesplezier. Het percentage leerlingen dat niet van lezen houdt, ligt in Nederland twee keer hoger dan het internationale gemiddelde. Dit blijkt uit de verschenen Progress in International Reading Literacy Study (PIRLS).
Nederlands leesmotivatieonderzoek
Inzicht in de leesmotivatie helpt leesbevorderaars in het onderwijs, kinderen en jongeren gerichter te ondersteunen. In opdracht van Stichting Lezen vroeg DUO Onderwijsonderzoek daarom bijna 6.000 leerlingen tussen de acht en achttien jaar naar hun leesmotivatie.
Intrinsieke en extrinsieke leesmotivatie
Uit het onderzoek blijkt dat kinderen voornamelijk intrinsiek gemotiveerd zijn om te lezen: zij lezen omdat zij nieuwsgierig zijn naar bepaalde onderwerpen of omdat zij zich zo kunnen onderdompelen in een verhaal. Extrinsieke motivaties, zoals lezen om het beter te doen op school of lezen om bevestiging te krijgen van ouders en leeftijdsgenoten, zijn voor slechts een kleine groep kinderen belangrijk. Dit geldt voor alle groepen leerlingen, ongeacht leeftijd, sekse en opleidingstype.
Leesinterventies inzetten
Stichting Lezen blijft inzetten op interventies die gericht zijn op het vergroten van de (intrinsieke) leesmotivatie van leerlingen. Vooral de leesmotivatie van zwakke lezers gaat onder invloed van dit soort interventies vooruit. Naast diverse leesbevorderingscampagnes en -projecten zet ook het landelijke programma de Bibliotheek op school zich in voor het vergroten van de leesmotivatie. Op 38% van de Nederlandse basisscholen en 11% van de vmbo-scholen wordt inmiddels met dit programma gewerkt.
Lees het hele Nederlandse leesmotivatieonderzoek van Stichting Lezen op www.lezen.nl