Door: Helma Lensen-Aertssen
Tijdens mijn werk kom ik veel verschillende situaties binnen het onderwijs tegen. Scholen die technologie al helemaal omarmt hebben, scholen die (nog) niet goed weten waar te beginnen en scholen die er nog helemaal niet aan denken. Ik wil zoveel mogelijk scholen enthousiast krijgen en motiveren om te kijken naar de mogelijkheden van technologie en robots. Niet alleen om mee te leren, maar ook om over te leren.
Smart Assistent: vriend of concurrent?
Terwijl ik deze tekst schrijf, zoemt mijn stofzuiger tevreden door mijn woonkamer. Ik ben altijd een enorme fan geweest van multitasking dus die robotstofzuiger is voor mij een mooie uitkomst. Ik herinner me opeens dat ik voor mijn zoon van 6 nog zijn scoutingvoorbereidingen moet regelen, maar omdat ik net lekker in dit artikel zit, neem ik niet de tijd om mijn scherm weg te klikken. ‘Okay Google, zet herinnering voor vanmiddag 18:00 uur, boodschappen scouting.’ Mijn slimme assistent antwoordt vriendelijk vanaf de kast dat het geregeld is en gaat weer door met het afspelen van mijn muziek.
Thuis ben je wellicht dolgelukkig met de robotstofzuiger en een slimme assistent die alles voor je weet en kan onthouden of jouw lampen aan en uit kan doen. Op de werkvloer is het natuurlijk best rottig om het op te gaan nemen tegen technologie die altijd slimmer, sneller, sterker en accurater zal zijn. De oplossing volgens veel mensen? We gaan met zijn allen leren programmeren.
Waar komt die drang vandaan om iedereen aan het programmeren te krijgen?
Waarschijnlijk omdat programmeren lekker concreet is. Je kan er een opdracht van maken, je kan kijken of de leerlingen het juiste resultaat behalen en vervolgens kan je testen of ze het snappen. Overigens is het enige wat ze op dat moment snappen iets dat achterhaald is wanneer ze van school komen. De basis, waar het écht om draait, ontbreekt vervolgens alsnog bij veel leerlingen. Ze focussen namelijk op het programmeren an sich en niet op het geven of opvolgen van instructies.
Onlangs hebben wij een workshop introductie pre-programmeren gegeven tijdens de Techniekdagen. Dit is een workshop om te kijken hoe goed een leerling instructies kan geven en opvolgen. Heel basaal wellicht, maar één van de belangrijkste competenties straks. Als jij niet de juiste instructie aan een slimme assistent geeft, zal ze niet heel slim zijn en gaat ze absoluut niet jouw herinnering opslaan. Als jij niet de juiste instructie aan een robot geeft, gaat hij niet doen wat jij voor ogen had. Maar andersom ook, als jij geen instructies kan opvolgen, zal je met veel technologieën niet kunnen werken. Wanneer we kijken naar hoe we als mens onderscheidend moeten zijn op de arbeidsmarkt is dit een van de competenties die onmisbaar is.
Het leren geven en opvolgen van instructies
Instructies opvolgen is te leren. Het start ermee dat iemand jou wat vertelt. Hetgeen je verteld wordt, moet je kunnen horen, begrijpen en in je op kunnen nemen. Er is concentratie nodig zodat je hoort wat er gezegd wordt. Door wat er gezegd wordt te koppelen aan eigen ervaringen, begrijp je wat er gezegd wordt. Wanneer je iets niet begrijpt, is het sowieso al moeilijk om een instructie uit te gaan voeren. Vervolgens wordt jouw lichaam ingezet, motorisch en visueel, om hetgeen jij begrepen hebt daadwerkelijk uit te kunnen voeren. Om die reden is het handig dat leerlingen in het dagelijkse leven (kleine) instructies krijgen die ze opvolgen. Wanneer we dit aan technologie gaan koppelen, wordt het wat uiteraard abstracter, maar met een goede basis in het geven en opvolgen van instructies kan iedereen het. Vooral omdat veel technologie, net als onze kinderen, steeds slimmer wordt.
Over een parcours scheuren met een robot
Tijdens de workshop hadden we een parcours op de grond geplakt, waar leerlingen een Double Telepresence Robot overheen moesten sturen. Kanttekening, de bestuurder zag niets en moest navigeren op basis van de instructies van een klasgenootje. We hebben het hier over eerste en tweede klas VMBO-leerlingen. Van alle leerlingen die de workshop hebben gevolgd, zo ongeveer 80, zijn er maar twee teams geweest die de robot foutloos over het parcours wisten te krijgen. En dit zonder dat het tijdsgebonden was. De leerlingen hadden dus alle tijd om zeer op hun gemak deze taak te volbrengen. Het algemene resultaat was dat de instructies niet duidelijker werden als de bestuurder het niet leek te begrijpen, er werd wel harder geschreeuwd en fanatieker rondgesprongen. Daarnaast is er niet één bestuurder geweest die aangegeven heeft de instructies niet te begrijpen, ondanks dat het in veel gevallen duidelijk het probleem was.
Idee voor de klas
Als expert robots en onderwijs bij RobotXperience heb ik de luxe dat ik hier een robot voor kan inzetten, wat het voor leerlingen uiteraard super leuk maakt om te doen, maar aan deze competentie kan op veel manieren gewerkt worden zonder dat je veel geld kwijt bent aan dure technologie of veel tijd kwijt bent aan het voorbereiden van een les. Laat de leerlingen elkaar ‘programmeren’ bijvoorbeeld. Verdeel de klas in tweetallen en voorzie ieder tweetal van een identiek setje (duplo) bouwstenen. Zorg ervoor dat er schotjes tussen de duo’s zitten. De ene leerling bouwt een muurtje, waarna deze de andere leerling gaat ‘programmeren’ om het muurtje exact na te bouwen. Dit is een mooie oefening om te leren hoe je instructies geeft en opvolgt.