In het schooljaar 2016/’17 was het gemiddelde eindcijfer van geslaagden bij de meisjes hoger dan bij de jongens, maar op geen enkel niveau was dit verschil groter dan een tiende punt. Alleen op vmbo-b was er geen verschil tussen de eindcijfers van meisjes en jongens. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over het gecombineerde gemiddelde van het schoolexamen en het centraal schriftelijke examen.
Hoogste cijfers op vwo
De cijfers waren gemiddeld het hoogst op het vwo, met gemiddeld een 6,9 voor de meisjes en een 6,8 voor de jongens. Op de havo, vmbo-g en –k waren deze het laagst. Op al deze niveaus haalden de meisjes een 6,6 en de jongens een 6,5.
Meisjes meest vertegenwoordigd in vwo en havo
Meisjes doen vaker het vwo- of havo-examen, terwijl jongens meer vertegenwoordigd zijn op vmbo-b en vmbo-k. Van de eindexamenkandidaten op het vwo was 53 procent een meisje. Op vmbo-b was dit 43 procent.
Gemiddeld eindcijfer het laagst bij Natuur en gezondheid
De examenresultaten verschillen per profiel. Op het vwo haalden leerlingen met een combinatieprofiel van Natuur en techniek en Natuur en gezondheid gemiddeld een 7,0. Examenkandidaten met alleen het profiel Natuur en gezondheid haalden met een 6,7 het laagste gemiddelde. Op de havo waren de verschillen in examencijfers tussen profielen kleiner. Ook hier gold dat geslaagden met het combinatieprofiel van Natuur en gezondheid en Natuur en techniek het hoogste cijfer haalden (6,7), leerlingen met alleen Natuur en gezondheid haalden het laagste cijfer (6,5).