Van 9 t/m 18 april vindt De Boekenweek 2022 plaats! Voorlezen is goed voor de taalontwikkeling van je leerlingen, maar het is zeker ook heel leuk en gezellig! En het voorlezen draagt bij aan een beter taalgevoel en taalbegrip. In dit artikel vind je 10 voorleestips voor nog meer voorleesplezier.
1. Eerst inlezen, dan voorlezen
Soms is het handig om het boek eerst zelf te lezen voordat je het voorleest. Is dit een spannend, leerzaam of vrolijk verhaal? Zijn er moeilijke woorden om uit te leggen? Wie weet kun je ook alvast stemmetjes en geluiden oefenen!
2. De kaft
Bekijk eerst samen de voor- en achterkant van het boek. Praat over wat leerlingen zien op de illustraties/afbeeldingen. Vraag aan de leerlingen waar het boek over gaat.
Bespreek de titel en illustraties. Je leerlingen krijgen hierdoor interesse in het boek en komen in de voorleesstemming.
3. Laat één van je leerlingen het boek kiezen
Met het zelf kunnen kiezen van een boek gaat er een wereld voor een kind open! Ze leren dan zelf het verhaal te voorspellen en ze leren kijken naar illustraties. Het plezier voor lezen begint hier. De leerling kan ook zelf met een verrassend boek aankomen. Jij kunt dan aangeven of het boek een speciaal onderwerp of moeilijker niveau heeft.
4. Leef je in het boek
Schaam je niet en leef je in! Maak het verhaal levend door je stem aan te passen voor dieren of voor typische karakters. Dat maakt het voorlezen voor je leerlingen 10x zo leuk. Improviseer een beetje!
5. Bewegingen en gebaren
Gebruik bewegingen en gebaren om het verhaal te ondersteunen. Zo maak je het verhaal interessanter voor de leerlingen. Beweeg en gebaar niet te veel, want dan kan het juist afleiden.
6. Pauzes
Las pauzes in om het verhaal spannender te maken. Stop eens bij een spannend stukje, zo maak je de kinderen nieuwsgierig. Ze zullen aandachtiger luisteren als je weer verder gaat met het boek.
7. Duidelijk praten
Zorg ervoor dat je duidelijk praat. Gebruik je stem goed en praat niet te hoog. Dat laatste kan een valkuil zijn voor beginnende leerkrachten. Wanneer je te ‘raar’ praat is het niet meer te volgen, maar wanneer je te overdreven doet, luisteren de kinderen alleen nog maar naar jou en niet meer naar het verhaal.
8. Zichtbaar zijn
Als kind zijnde kan het saai zijn om zonder plaatjes een verhaal aan te horen. Zorg er daarom voor dat je het boek goed omhooghoudt tijdens het voorlezen. Leer jezelf eventueel aan om op de kop te lezen of draai je boek om als je klaar bent met een bladzijde.
9. Plezier hebben
Plezier hebben in het voorlezen is natuurlijk erg belangrijk. Lach met de kinderen mee als ze moeten lachen en reageer op hun spontane acties en reacties. Soms moet je voorlezen gewoon lekker beleven en er niet te veel een ‘les’ van willen maken. Kinderen genieten als jij ook geniet
10. Boekenpraatje
Houd na het voorlezen een boekenpraatje. Dit kun je heel ongedwongen doen. Het moet niet als een overhoring voelen. Laat ze zelf praten, zo krijgen kinderen de kans om na te denken over het verhaal en kunnen ze hun eigen wereld ontdekken.
Reacties