De verschillen tussen Nederlandse basisschoolleerlingen op het gebied van rekenprestaties zijn maar voor een klein deel toe te schrijven aan het rekenonderwijs dat zij krijgen op school. Dat stelt een overzichtsstudie van de Universiteit Leiden.
‘Rekenonderwijs van kwaliteit’
Volgens onderzoekster Marian Hickendorff past de conclusie bij het huidige beeld van relatief kleine verschillen in rekenprestaties in Nederland: ‘zwakke rekenaars zijn best wel sterk, maar sterke rekenaars halen geen topniveau’. ‘Dat de verschillen tussen de scholen gering zijn betekent niet dat scholen geen invloed kunnen hebben, maar laat vooral zien dat in de huidige situatie scholen erin slagen rekenonderwijs van een goede basiskwaliteit te leveren’, aldus Hickendorff.
Technologische hulpmiddelen
Technologische hulpmiddelen hebben positieve effecten op de rekenprestaties van leerlingen, blijkt uit het onderzoek. Programma’s op de tablet of computer om rekenen mee te oefenen en formatieve toetsing (het gebruiken van toetsgegevens voor verbetering van het leerproces) zijn zulke hulpmiddelen.
Instructie- en/of werkvormen
De onderzoekers van Universiteit Leiden konden geen verschillen opmerken tussen de verschillende instructie- en/of werkvormen. Alle onderzochte interventies bleken doeltreffend.
De overzichtsstudie is gebaseerd op geanalyseerde internationale onderzoeksliteratuur over rekenonderwijs, 25 deelonderzoeken bij Nederlandse basisschoolleerlingen en de peilingen Trends in International Mathematics and Science Study 2015 in groep 6 en Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau 2011 in groep 8.