Het gebruik van gezond verstand is nodig om deel te nemen aan de maatschappij van morgen. De reken-methode ‘Alles telt Q’ draagt daaraan bij. Volgens ThiemeMeulenhoff sluit deze methode aan bij de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden. ‘Alles telt Q’ vraagt van leerlingen onder meer om kritisch na te denken, te communiceren en probleemoplossend te zijn.
Marleen van de Wetering is conceptauteur van ‘Alles telt Q’: “De tussendoelen van SLO waren onder meer uitgangspunt voor de methode. Het door de Commissie Meijerink aanbevolen percentage van leerlingen met uitstroom op 1S-niveau werd in 2017 namelijk nog niet gehaald. ‘Alles telt Q’ ondersteunt leerlingen en leerkrachten in de ontwikkeling naar het 1S niveau.
In de methode is kritisch nadenken in brede zin meegenomen. “Natuurlijk is er aandacht voor het ‘kale rekenen’, maar ‘Alles telt Q’ gaat over veel meer dan rekenen. Door de manier van benaderen bereiden leerlingen zich voor op de maatschappij van morgen. Aansluiting met andere vakken is ook goed mogelijk. Denk aan aardrijkskunde door te rekenen met schalen. Ook zijn maatschappijleer, astronomie
en digitale geletterdheid goed te koppelen.”
Marleen vertelt dat binnen de rekenmethode veel ruimte is voor logisch redeneren. Zo zijn er opgaven die op verschillende manieren opgelost kunnen worden. Een voorbeeld is 28+13. Je kunt dit onder meer oplossen door eerst tientallen op te tellen en dan de rest, maar bijvoorbeeld ook door eerst 28+10 uit te rekenen en er daarna nog 3 bij op te tellen. En er zijn opgaven die verschillende antwoorden hebben, afhankelijk van de redenatie die een leerling gebruikt. Denk aan vier plaatjes van verschillende huizen, waarvan drie een verzameling vormen.
Maar afhankelijk van de redenering kunnen er verschillende verzamelingen gevormd worden. Zo kan het zijn dat drie huisjes hetzelfde dak hebben, maar dat drie andere huisjes overeenkomen qua aantal ramen, weer drie andere dezelfde kleur hebben en ga zo maar door.
Leren argumenteren
Marleen: “Zulke opgaven zorgen voor gesprekstof. De leerlingen leren hun gedachten te ordenen en verwoorden en hun keuze te beargumenteren. Door te redeneren vanuit context, ontwikkelen leerlingen zich. In de maatschappij is deze vaardigheid van groot belang, vindt Marleen. “Kunstmatige intelligentie gaat niet meer weg, fake news blijft en kinderen worden beïnvloed door social media die handig gebruik maken van algoritmes om content aan te passen aan gebruikers. Met onze rekenmethode bieden we handvatten om het gezonde verstand te gebruiken.” De vaardigheid schatten sluit daarbij aan. Marleen vindt schatten heel belangrijk: “We leren hen met een rekenmachine omgaan, maar vragen eerst een antwoord te schatten. Vervolgens vergelijken ze het geschatte en berekende antwoord met elkaar. Op die manier blijven ze kritisch kijken naar de stappen die ze nemen, zijn ze zelf in control en leren ze niet blindelings te vertrouwen op de machine.” ‘Alles telt Q’ rekent kinderen niet af op verkeerde antwoorden. “Een fout zie ik meer als een doorstartmogelijkheid. Bij het oplossen van fouten zijn de hersenen het meest actief. Dat past ook bij de growth mindset. De lesmethode biedt mogelijkheden tot herstel.”
Bloemkool
Verschillende manieren van leren komen aan de orde. “Geen kind is hetzelfde dankzij verschillen in intelligentie, interesse en achtergrond. De ene persoon heeft meer uitleg nodig, terwijl de ander rekenstof beter begrijpt dankzij een spel.” “De hele groep werkt aan hetzelfde doel, maar de uitwerking is zo gevarieerd mogelijk. Leerlingen krijgen de lesstof op verschillende manieren aangeboden om het begrijpelijker te maken, waardoor ze enthousiaster blijven. Een andere manier om de methode aantrekkelijk te maken, is gebruik van humor. “De kinderen krijgen onder meer leuke filmpjes en stripjes te zien door de complete leerlijn heen.” Marleen vergelijkt het met bloemkool. “Stel, ik heb geleerd dat groente gezond is en ik vertel dat bloemkool mijn favoriete groente is. Als ik dan elke dag bloemkool moet eten, dan vind ik groente aan het einde van de week niet meer zo lekker. Variatie maakt alles aantrekkelijker. Differentiatie is belangrijk. Bij ‘Alles telt Q’ vinden we een stevig fundament voor alle leerlingen belangrijk. Daarom maken we vooral gebruik van convergente differentiatie. Hierbij werkt de groep aan hetzelfde lesdoel, maar de aanpak kan verschillen.
Vroeg fundament
De leerlijn ‘Alles telt Q’ is voor de hele basisschool ontwikkeld, ook voor de kleuterklassen: “In groep 1 en 2 wordt het fundament gelegd voor reken-wiskundig denken en inzicht door korte kleutervriendelijke activiteiten met veel spel en beweging. ‘Alles telt Q’ is een organisch geheel met (vanaf groep drie) vijf lessen en twee lesdoelen per week. De lessen 1 en 3 zijn instructie, de lessen 2 en 4 verwerking en in de vijfde les wordt één van de twee lesdoelen net even anders behandeld, bijvoorbeeld met bewegend onderwijs of puzzelend. De leerkrachten krijgen veel inhoudelijke ondersteuning bij ‘Alles telt Q’, bijvoorbeeld online in de ‘cockpit’. “De leerkracht is ontzettend belangrijk. Zonder kinderen bestaat onderwijs niet, maar de leerkracht is de spil. En ‘Alles telt Q’ zie ik als een middel”, besluit Marleen.
Wil je meer informatie over ‘Alles telt Q’?
• Lees meer informatie
• Meld je aan voor een gratis webinar
• Vraag een gratis proefpakket aan
• Luister naar de podcast
Reacties