In opdracht van het ministerie van OCW wordt hard gewerkt aan de actualisatie van de examenprogramma’s van verschillende vakken, waaronder moderne
vreemde talen. De vakvernieuwingscommissie die deze klus op zich neemt, is opgetogen over de inbreng van vele leraren en andere experts uit het onderwijs. Stéfanie Leunissen, lid van de vakvernieuwingscommissie en docent bij JenaXL: “Iedereen zet zich enorm in om iets goeds neer te zetten.”
De examenprogramma’s van de vakken Arabisch, Chinees, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Russisch, Spaans en Turks zijn dringend aan een opfrisbeurt toe, daar is iedereen het wel over eens. Betere aansluiting op het vervolgonderwijs, een sterkere samenhang binnen het vak en tussen de vakken onderling zijn belangrijke doelen. Ook kan een aantrekkelijker talencurriculum, waarin talenten van leerlingen (zoals meertaligheid) worden aangesproken, bijdragen aan meer kansengelijkheid.
Buiten de bubbel
Een groep leraren, vakexperts en curriculumexperts van SLO is vorig jaar met die opdracht van het ministerie van OCW aan de slag gegaan in de vakvernieuwingscommissie voor moderne vreemde talen. Stéfanie Leunissen, docent Engels en Frans bij JenaXL, voelt zich vereerd om eraan mee te werken. “Ik sta al heel wat jaren voor de klas en zie in de praktijk ook wat er knelt. Ik voel me aangesproken als leraar om dit op te pakken en vind het een eer. Mooi in de aanpak is dat wij niet in een ‘vernieuwingsbubbel’ werken maar steeds feedback vragen aan een advieskring. Ik merk dat iedereen zich enorm inzet om iets goeds neer te zetten. Ik word er enthousiast van!”
Kritische, inhoudelijke blik
Die advieskring, samengesteld uit onderwijsprofessionals van vakverenigingen, lerarenopleidingen en vervolgopleidingen (zoals mbo en hbo), kon onlangs reageren op de eerste tussenproducten van de commissie. Het gaat om de karakteristieken van Engels, Duits, Frans en Spaans, met een beschrijving van hun plek in het onderwijs en welke rol ze in de maatschappij spelen. Voor ieder vak is ook een raamwerk gemaakt waarin staat welke inhouden in de examenprogramma’s aan bod moeten komen en hoe ze geordend kunnen worden.
Simone Groeneveld, docent aan de lerarenopleiding Windesheim en voorzitter van de advieskring: “Het is in deze fase best abstract, maar in grote lijnen was er veel tevredenheid. We hebben kritisch gekeken naar deze eerste tussenproducten, daar zijn we natuurlijk leraren voor! Ieder lid van de advieskring heeft zijn eigen achterban geraadpleegd. Ook op studiedagen van de vakvereniging Levende Talen en op andere bijeenkomsten zijn de voorstellen besproken met onderwijsprofessionals. De vele serieuze en goed onderbouwde reacties hebben we gebundeld en teruggegeven aan de vakvernieuwingscommissie.”
Dilemma’s
De vakvernieuwingscommissie wil uitgaan van drie domeinen voor het taalonderwijs. Het moet niet alleen gaan om taalvaardigheid (zoals lezen of spreken), maar ook kennis over de cultuur en taalbewustzijn horen erbij. Dat houdt onder andere in dat leerlingen beseffen dat taal een systeem is, dat ze kunnen profiteren van meertaligheid en dat ze weten hoe je een taal leert. Het taalonderwijs krijgt daardoor meer inhoud en betekenis. Er zijn zorgen dat dit het onderwijsprogramma te vol maakt, meent Simone Groeneveld: “Een evenwichtige integratie van die domeinen kan ervoor zorgen dat het programma niet te vol wordt. Om een eenvoudig voorbeeld te noemen: Een spreekoefening kan bijvoorbeeld gaan over een koalaopvang in Australië waar je net met de klas een verhaal over hebt gelezen. Op gevorderd niveau kan ook Australische taalvariatie onderdeel zijn van het gesprek.”
Vmbo
Discussie was er ook over een goede aansluiting van het examenprogramma bij de eigenheid van de verschillende schoolsoorten. Daar moet de commissie goed op letten, vindt de advieskring. Simone Groeneveld: “In het vmbo mag het taalonderwijs meer gericht zijn op wat er nodig is in de beroepspraktijk. Dan kan een goed niveau van spreekvaardigheid bijvoorbeeld meer gewicht krijgen dan leesvaardigheid. Voor havo en vwo ligt dat weer anders; voor veel vervolgopleidingen is het belangrijk dat je op vrij hoog niveau Engels kunt lezen.”
Rijk proces
Een ingewikkeld traject? Jelle Kaldewaij, procesregisseur van de vakvernieuwingscommissie, noemt het liever een rijk proces: “We willen nadrukkelijk de professionals in het onderwijs betrekken, omdat je daarmee verschillende invalshoeken krijgt.” De feedback van de advieskring vond hij sterk verwoord en zeer bruikbaar. In de volgende fase wordt concreter hoe aan de verschillen tussen onderwijssoorten tegemoet wordt gekomen. Kaldewaij: “We gaan heel goed kijken wat daar mogelijk is. Integratie van taalonderdelen kan ervoor zorgen dat het programma niet te vol wordt. En meer afstemming tussen de moderne vreemde talen, want de overeenkomsten zijn veel groter dan de verschillen. Verder is het logisch dat wij aansluiten bij het Europees Referentiekader voor de talen (ERK); dat koppelt de taalvaardigheid in een vreemde taal aan zes beheersingsniveaus.” De vakvernieuwingscommissie is inmiddels ook gestart met Arabisch, Chinees, Italiaans, Russisch en Turks. In de loop van volgend jaar worden complete sets eindtermen opgeleverd. De examenprogramma’s zijn in 2024 in concept klaar. Daarna worden ze beproefd op scholen voordat ze definitief in gebruik genomen worden.
Meer lezen over dit onderwerp? Meld je op www.actualisatiemvt.nl aan voor automatische updates of kijk op www.slo.nl/actualisatie.
Ben je docent moderne vreemde talen en wil je meedenken over de actualisatie? Houd dan de website Levendetalen.nl in de gaten. Ook als je geen lid bent kun je meedoen aan de discussie.