In het basisonderwijs blijft veel groeipotentieel van rekenvaardige leerlingen onbenut. Zo blijkt uit recent peilingsonderzoek van de Onderwijsinspectie. Meer afstemming op de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen is nodig voor een betere rekenvaardigheid. En dat is precies waar de rekenmethode Alles telt Q voor staat.
Rekenen-wiskunde is overal om ons heen: in getallen, structuren, verhoudingen, patronen en algoritmen. Op prijskaartjes, op plattegronden of in grafieken met besmettingscijfers. Rekenen is dan ook onderdeel van het geheel aan basisvaardigheden die je nodig hebt om je te kunnen redden in de maatschappij. Hiervoor is uitstromen in niveau 1S voor rekenen-wiskunde essentieel. Echter behaalt slechts 33% van de leerlingen aan het eind van het basisonderwijs (bo) het streefniveau 1S voor rekenen-wiskunde. In het speciaal basisonderwijs (sbo) is dit 1,8%. Om de ambitie van 65%, die opgesteld is door de commissie-Meijerink in 2010, voor het streefniveau 1S waar te maken, is het belangrijk om te kijken naar wat ieder kind nodig heeft qua didactische aanpak, aanbod, tijd en niveau. Niet het lesprogramma, maar het kind centraal stellen dus. Alles telt Q is de enige rekenmethode die hierop aansluit. Wij gingen over de vernieuwende rekenmethode in gesprek met Joris de Kok, portfoliomanager Primair Onderwijs bij ThiemeMeulenhoff.
In hoeverre is Alles telt Q afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van leerlingen?
‘Met gemiddeld 25 kinderen in de klas is dat natuurlijk een hele uitdaging, maar door allemaal aan hetzelfde lesdoel te werken en daarnaast slim te differentiëren en adaptieve software in te zetten is het mogelijk ieder kind daadwerkelijk het onderwijsaanbod te bieden wat het nodig heeft. Bij Alles telt Q werken wij daarnaast volledig vanuit de Growth Mindset, zit er bij de methode voor ieder leerjaar een klimpakket om de persoonlijke ontwikkeling in beeld te brengen en hebben de leerkracht en de leerling met formatieve toetsen optimaal in beeld hoe de ontwikkeling ervoor staat.’
Alles telt Q werkt met convergente differentiatie. Kun je toelichten hoe dit in zijn werk gaat?
‘Bij Alles telt Q werken we in een reguliere klassensituatie met convergente differentiatie. We werken 2 lessen aan hetzelfde lesdoel voor alle kinderen, één instructieles en één verwerkingsles. We differentiëren in die lessen in didactische aanpak, tijd en vanaf groep 7 ook in niveau (1F en 1S). Maar de kinderen werken dus wel allemaal aan hetzelfde doel en dat zorgt ervoor dat kinderen van verschillende niveaus elkaar, zeker bij de zelfstandig werken les, goed kunnen helpen. Uit onderzoek blijkt dat convergente differentiatie zeer effectief is. Kinderen die het moeilijk vinden krijgen uitleg van kinderen die het lesdoel al (gedeeltelijk) beheersen en bij de kinderen die het uitleggen aan andere kinderen ontstaat een hoger niveau van begrip van de stof. En uiteraard krijgt deze laatste groep voldoende stof om zelf ook uitgedaagd te worden.’
Wat is de aanpak van Alles telt Q voor leerlingen met een achterstand?
‘Leerkrachten staan al jaren voor de enorme uitdaging om met Passend Onderwijs ieder kind de begeleiding te geven die het nodig heeft. Een methode kan daar ontzettend veel ondersteuning in bieden. Bij Alles telt Q staat het kind centraal, niet het lesprogramma. Natuurlijk behandelen we de doelen die in een bepaald leerjaar behaald moeten worden, maar wijken kinderen door omstandigheden af van deze leerlijn, dan biedt Alles telt Q daar alle mogelijkheden voor. Zo zijn er uitgewerkte modellen voor leerroute 1, 2 en 3. Ook kan er leerjaar overstijgend op leerdoel worden geoefend en getoetst binnen de digitale omgeving ‘Mijn pakket’. Alle leerlingen hebben altijd toegang tot deze software. Op deze manier zorgen we ervoor dat alle kinderen het aanbod en de begeleiding krijgen die ze nodig hebben.’
Wat valt er voor leerlingen te halen in ‘Mijn pakket’?
‘Iedere leerling heeft bij Alles telt Q toegang tot het digitale programma, ook als je op papier werkt. Hier kun je alle lessen digitaal maken maar heeft iedere leerling tevens toegang tot ‘Mijn pakket’. De naam zegt het al, dit is een pakket aan leerdoelen waar de leerling extra mee aan de slag kan. Dat kan zijn als herhaling of remediëring, maar dat kan ook zijn als verrijking. Alle leerdoelen van groep 2 t/m groep 8 zijn namelijk binnen ‘Mijn pakket’ beschikbaar op 3 niveaus: basis-maat-plus. ‘Mijn pakket’ kan dus gebruikt worden als extra ondersteuning en oefening, maar voor scholen die werken in leerlijnen is ‘Mijn pakket’ de plek waar het werk voor de kinderen klaarstaat.’
De verwerking in ‘mijn pakket’ is volledig gepersonaliseerd en adaptief. Kun je hier meer over vertellen?
‘‘Mijn pakket’ vult zich automatisch op basis van de resultaten van digitaal verwerken of, bij gebruik van papier, de (formatieve) toetsen. Leerdoelen waar de leerling nog moeite mee heeft worden automatisch klaargezet in ‘Mijn pakket’. De leerkracht kan eventueel zelf nog wijzigingen uitvoeren en een verrijkingspakket klaarzetten voor de leerlingen die daar behoefte aan hebben. Deze vorm van adaptiviteit is anders dan bij andere methoden. Daar werkt men met een algoritme waardoor het niveau en de leerdoelen waar de leerling aan werkt, automatisch worden aangepast. Dit zorgt er echter voor dat er te snel wordt overgeschakeld naar een lager niveau, wat in veel gevallen niet nodig blijkt te zijn. Daarnaast horen we bij dat soort systemen dat veel leerkrachten het overzicht kwijt zijn op welk niveau en aan welke stof de leerling nu precies werkt. En dat maakt convergente differentiatie weer lastig. Veel redenen dus om de adaptiviteit niet alleen maar af te laten hangen van een algoritme.’
Wil je Alles telt Q kosteloos uitproberen in je klas? Vraag direct een gratis proefpakket aan.
Dit artikel is verschenen in PrimaOnderwijs nr. 3 'Een kansrijke toekomst'.
Reacties