Een project over de democratische rechtsstaat hier, een leerlingenraad daar: de invulling van burgerschapsonderwijs in Nederland is heel vrij. De wettelijke opdracht uit 2021 om ‘actief burgerschap en sociale cohesie’ te bevorderen, geeft scholen meer richting, net als de onlangs gelanceerde conceptkerndoelen. Maar van een samenhangend en doelgericht aanbod op scholen is nauwelijks sprake, concludeerde de inspectie in schooljaar 2023-2024. Hoe pak je dit als school aan?
Activiteiten zijn nog te weinig aan concrete leerdoelen gekoppeld, ervaart ook Lianne Hoek, expert burgerschapsonderwijs en universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam. “Welke leerdoelen streven we na, hoe willen we die bereiken en hoe weten we of dat gelukt is? Belangrijke voorwaarden voor goed onderwijs, die in de praktijk vaak ontbreken bij burgerschap.” Ze pleit voor een opbrengstgerichte aanpak om het voor scholen makkelijker te maken om doelgericht, samenhangend en herkenbaar te werken.
Geen extra werk voor scholen
Zo’n aanpak is niet nieuw in het onderwijs. Maar bij burgerschap vinden scholen dat best spannend, merkt Lianne. Want hoe kun je beoordelen wat goed en fout is? “Een harde norm stellen is lastig. Bij burgerschap draait het meer om het zoeken naar een gemeenschappelijke consensus. Iedereen zal het bijvoorbeeld eens zijn dat er voor discriminatie geen plek is in het onderwijs.” Een goed vertrekpunt is het formuleren van een duidelijke visie op burgerschap. “Om niet te verzanden in dit proces, raad ik scholen aan om daarnaast direct aan de slag te gaan met concrete leerdoelen. Wat willen we dat leerlingen aan het einde van groep 8 kennen, kunnen, vinden of denken?
Een voorbeeld is dat je zou willen dat leerlingen kennis hebben over democratische besluitvorming. Dit leerdoel geeft een goede richting aan hetgeen je in het curriculum aanbiedt. Daarna beoordeel je de resultaten en evalueer je het gehele proces. Een opbrengstgerichte aanpak is te vergelijken met een PDCA-cyclus (plan, do, check, act). Veel scholen zijn al gewend om zo te werken.
Meer samenhang creëren
Dit was ook het uitgangspunt van Nafiesa Oemed, directeur van openbare basisschool De Klimop in Den Haag, toen ze afgelopen schooljaar samen met haar team het beleid van burgerschap onder de loep nam. “Onze leerlingen komen uit diverse culturen, maar ook uit diverse sociale kringen en landen. Wat zijn hun rechten en plichten in Nederland? Hoe werkt de Nederlandse democratie en het Nederlandse rechtssysteem? Met 65 verschillende nationaliteiten op onze school staat goed burgerschapsonderwijs hoog op onze agenda.”
Op De Klimop werken ze al jaren met de methodes van de Vreedzame School en Blink. Ze wilden onderzoeken hoe ze nóg beter aan konden sluiten bij wat de wet van hen vraagt. Nafiesa: “Om het team optimaal te ondersteunen huurde de Klimop Fawaka Wereldburgerschap in. 75 procent bleek al dik in orde. Alleen een gezamenlijke visie op burgerschap ontbrak. Uit de nieuwe visie rolde een burgerschapskalender, en een beleidsplan burgerschap, zorgvuldig samengesteld door Fawaka, de directie en Rahila Maddoe, burgerschapscoördinator en leerkracht van groep 7. Ook het bestuur van De Haagse Scholen zette burgerschap prominent op de agenda. Juf Rahila: “De conceptkerndoelen vormden een belangrijke basis voor de invulling van ons beleid, door bijvoorbeeld expliciet te focussen op onderwerpen als het leren respecteren en omgaan met verschillen in godsdienst, levensovertuiging, afkomst, geslacht, en seksuele gerichtheid. De belangrijkste thema’s hebben we uitgelicht in een burgerschapskalender.”
Reacties