Uitdagingen als het lerarentekort en passend onderwijs vragen van scholen om anders naar hun onderwijs en organisatie te kijken. Kindcentrum Pendula in Tilburg werkt met een team van leerkrachten per cluster, motiverend voor de leerkrachten en prettig voor de leerlingen.
Monique Aarts is sinds 2020 directeur van kindcentrum Pendula, daarvoor was ze acht jaar lang directeur van een andere basisschool. “Ik ben ervoor om het onderwijs op een andere manier te organiseren. Dat is meer passend bij deze tijd, zowel voor leerkrachten als voor leerlingen. Het welbevinden staat bij dit alles centraal. Als je je prettig voelt en je zit goed in je vel, dan heb je de mogelijkheden om je optimaal te ontwikkelen.
Een ander uitgangspunt is dat het kind zich vergelijkt met zichzelf. “En dus niet met klasgenoten of de landelijke gemiddelden. Het gaat erom dat je kijkt wat een kind kan en wat de volgende stap in zijn of haar ontwikkeling is. Met groeigericht werken in een betekenisvolle context, leg je de lat voor ieder kind hoog. Tegelijkertijd maak je kinderen mede-eigenaar van hun ontwikkeling.”
Grote diversiteit in de groep
Een belangrijke voorwaarde voor deze vorm van onderwijs is dat je goed kunt differentiëren. Daarom is het uitgangspunt op de Pendula dat meerdere onderwijsprofessionals verantwoordelijk zijn voor een grotere groep kinderen. “We hebben 330 leerlingen, die zijn verdeeld over vier clusters. Elk cluster bestaat uit twee jaarlagen: 1 en 2, 3 en 4, 5 en 6, 7 en 8. Binnen elk cluster zijn drie thuisgroepen. Je kunt niet van één leerkracht vragen om zo’n grote diversiteit in één groep te managen.” Toen Aarts bij Pendula begon had de school klassiek onderwijs: één groep, één docent. “Het mooie was dat het team op zoek was naar iets anders, dus we zijn samen gaan kijken naar: wat is onze droom op langere termijn? Hoe kunnen we dat vormgeven? En vooral, wat gunnen we de kinderen?”
Gezamenlijke differentiëren
Eén cluster bestaat uit 3 groepen waar minimaal 3 leerkrachten en een leraarondersteuner verantwoordelijk voor zijn. Iedere thuisgroep heeft 1 mentor, die houdt alles bij betreffende de ontwikkeling van kinderen in die groep en de contacten met ouders/verzorgers. Elk cluster heeft meerdere ruimtes om gebruik van te maken.
Monique: “De kinderen starten de dag in hun thuisgroep. Daarna gaan ze naar de ruimte waar het aanbod en de instructie passend zijn bij de onderwijsbehoefte van het kind. Deze instructie wordt gegeven door één van de leerkrachten. Het clusterteam verdeelt hierin de taken.”
Niet alleen de leerlingen hebben voordeel van deze manier van onderwijs, legt Monique uit. “Leerkrachten hebben meer werkplezier, omdat ze gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de groep. Ze kunnen taken verdelen en zijn veel in gesprek hoe het onderwijs vorm te geven.” Samenwerking binnen het cluster is essentieel.
Ook voor de leerlingen heeft een vast team met meerdere professionals voordelen. “Is er iemand ziek, dan kun je dat als team opvangen. En ieder kind wordt gezien door verschillende professionals die elk hun eigen expertise hebben.”
Reacties