In de economieles gaat het nog vaak over individuele keuzes, het marktmechanisme en economische groei. Begrippen als duurzaamheid, circulariteit en brede welvaart komen in het huidige economiecurriculum nauwelijks aan bod. Dat moet anders, vinden Day for Change en Our New Economy (ONE). Zij maken lesbrieven die leerlingen leren verder te kijken dan het gangbare economische denkkader.
Economielessen op scholen gaan nog teveel over groei en het streven naar winstmaximalisatie. De focus ligt erg op modellen en wiskunde. Daardoor sluit de lesstof niet goed aan bij de belevingswereld van leerlingen. Terwijl in economielessen ook ethiek belangrijk moet zijn. Laat leerlingen nadenken over keuzes die ze maken als consument, werknemer of ondernemer. Economie op school moet opleiden voor een positie in de samenleving. Dat is de overtuiging van Babette Anhalt, projectleider voor de lesbrieven Nieuwe Economie van ONE en Day for Change. Anhalt: “Tot een paar jaar geleden stond economie gelijk aan groei. Maar de maatschappij verandert snel: het klimaat verandert, we kampen met vluchtelingenstromen en een groeiende kloof tussen arm en rijk. Stromingen in het denken over economie neigen niet meer naar het streven naar winstmaximalisatie, maar naar economische ontwikkeling binnen de grenzen van de aarde.. Economie is van alle mensen en daar is nog te weinig aandacht voor in economielessen.”
Verouderd curriculum
Volgens Anhalt is het curriculum van het vak economie verouderd en gaat de verandering daarvan langzaam. Samen met ONE probeert haar stichting het gat intussen te overbruggen met speciale lesbrieven die leerlingen een bredere blik geven op economie en alles dat daarmee samenhangt. “Leerlingen worden bovendien zo beter voorbereid op hoger onderwijs, waar diversiteit in economisch denken steeds centraler komt te staan. Leerlingen moeten leren hoe ze in de economie bewegen. Het moet praktischer: hoe werkt het met belastingen, met bedrijfsvormen? En we leren hen kritisch na te denken en vragen te stellen. Bijvoorbeeld over de productie van kleding. Jongeren kopen graag mooie kleding, maar staan niet stil bij hoe, waar en door wie die kleding is gemaakt en welke ecologische en sociale schade de productie mogelijk veroorzaakt. Soms denken leerlingen dat economie niks met henzelf te maken heeft. Het is echter niet moeilijk uit te leggen dat het juist wel zo is en dat ze invloed kunnen uitoefenen. Als consument heb je ook macht. Dat is vaak echt een eyeopener voor hun”, zegt Anhalt, die zelf ook nog geregeld gastlessen geeft over wereldburgerschap en duurzaam ondernemen.
Marktmechanisme
Ook Bastiaan van der Broek, docent economie op het Nieuwe Lyceum in Bilthoven vindt dat in het economiecurriculum de nadruk te veel ligt op prijzen en het marktmechanisme. “Impliciet geven we de leerling zo het idee mee dat marktwerking de oplossing biedt voor al onze maatschappelijke vraagstukken. Ondertussen besteedt het curriculum nauwelijks aandacht aan de macht van ondernemingen, terwijl dat heel relevant is voor de uitkomsten van marktwerking. Kijk bijvoorbeeld naar oliemaatschappijen: zij zeggen met hun producten te voorzien in een behoefte van consumenten en stellen: ‘de klant wil dit’. De klant heeft ondertussen niet zozeer een behoefte aan benzine of diesel, maar aan mobiliteit. Dat kan ook met behulp van andere, duurzame energiebronnen, maar zolang oliemaatschappijen vooral benzine en diesel blijven aanbieden, heeft een consument weinig keuze. Dat geeft dit soort bedrijven veel macht in de mobiliteitstransitie. Daarnaast wordt in het curriculum veel aandacht gegeven aan het nut en de noodzaak van economische groei. Daar worden weinig kritische noten bij geplaatst.” Van der Broek heeft zijn hoop gevestigd op 2023, als de minister van Onderwijs opdracht geeft tot curriculumvernieuwing voor verschillende vakken. “Hopelijk ook voor economie, want het huidige examenprogramma is tot stand gekomen vóór de wereldwijde, financiële crisis en de ontluikende planetaire en sociale crises.”
Ruimer blikveld
Vooruitlopend op die ontwikkeling gaat hij als docent met de lesbrieven aan de slag. Zo is er een lesbrief Waarde, waarin niet alleen financiële waarde aan bod komt, maar ook sociale en ecologische waarde. “Een voorbeeld: waarom worden fiscalisten vaak hoog gewaardeerd? Omdat ze de belastingdruk van bedrijven kunnen verlagen, dat maakt hun financiële waarde groot. Maar hun sociale waarde is negatief, landen lopen zo belastinginkomsten mis die zinvol besteed hadden kunnen worden aan zorg, onderwijs en innovatie. Of kijk naar boskap. Hout heeft financiële waarde, maar door het te kappen, vernietig je de ecologische waarde. Dat soort zaken blijven nu vaak onderbelicht. Met deze lesbrieven maak je het blikveld van leerlingen ruimer. Door hier aandacht aan te besteden maak je economische mechanismen inzichtelijker.’
Serie lesbrieven
Er zijn nu vijf lesbrieven beschikbaar: Waarde, Groei en indicatoren, Hoe (zo) Circulair, Echte Prijzen en Waardevol Werk. Tot 2024 worden nog acht lesbrieven voor de onder- en bovenbouw van het voortgezet onderwijs ontwikkeld. Volgens Babette Anhalt en Van der Broek zijn ze makkelijk en eenvoudig in te passen in de economielessen. “Leraren hebben binnen het examenprogramma ongeveer 50 procent vrije ruimte in het onderwijs, waarin ze met de lesbrieven aan de slag kunnen. Leerlingen moeten zich straks in een complexe wereld staande houden, dus gun ze die wijdere blik op de economie.”
Gratis lesbrief
Wil je ook de lesbrieven gebruiken? De lesbrief 'Wat is (van) Waarde?' is gratis te bestellen op economieles.nu. Met de kortingscode LB2023PRIMA krijg je nog een tweede lesbrief naar keuze gratis.
Dit artikel is verschenen in PrimaOnderwijs nr. 3 'Ga voor ontwikkeling én groei'.
Reacties