Wat is de stand van het rekenonderwijs? Hoe noodzakelijk is de verandering die veel ter sprake komt de laatste tijd, hierin? En wat moet er dan veranderen? Een blik op het rekenonderwijs van nu door Ronnie Huberts, leerkracht van groep 7 op basisschool De Waai in Cuijk, conceptauteur van Semsom en voorzitter van het rekennetwerk van de stichting Optimus.

Ronnie, is de staat van het rekenonderwijs echt zo dramatisch? 

“Dramatisch is het niet, maar met een andere aanpak kunnen we wel betere resultaten bereiken. Het is belangrijk dat we het referentiekader 1S gaan zien als Standaardniveau en niet als Streefniveau. Een stevig rekenfundament is hierbij de basis.”

Wat zijn jouw eerste stappen om het rekenonderwijs te verbeteren? 

“Goed rekenonderwijs begint bij de kleuters. Zorg ervoor dat je daar een rijk aanbod hebt en leerlingen spelenderwijs de basisbeginselen van rekenen bijbrengt. Leer ze tellen, hoeveelheden handelend optellen en aftrekken en speel winkeltje met geld. Dat draagt bij aan een mindset dat rekenen niet alleen nuttig, maar ook leuk is.

Vanaf groep 3 is het belangrijk dat leerlingen werken van concreet naar abstract. Herhaal genoeg, zodat de basis goed zit bij leerlingen. Anders kom je dat in de latere jaren tegen, dat ze vlot optellen en aftrekken lastig vinden en moeite hebben met 
tafels van vermenigvuldiging en deeltafels.
Zorg daarom voor een goede, geleide rekeninstructie met een expliciete directe instructie (EDI). Zo’n effectieve instructie is de beste preventie. Ik vind het GRRIM (Gradual Release of Responsibility Instruction Model) fijn werken. Hierin gaat de verantwoordelijkheid stapsgewijs van de leerkracht naar de leerling. Veel leerkrachten kennen dit als scaffolding. 

Voordat je leerlingen zelfstandig laat werken, is er een checkmoment. Zo weet je of de leerlingen het lesdoel beheersen. Zo’n checkmoment gebruiken wij op school vanaf groep 3. Daar zetten we wisbordjes voor in. Zo zie je in een oogopslag wie het in je klas heeft begrepen.”

Wat zijn de consequenties als de basis niet goed is bij leerlingen? 

“In de bovenbouw zie je vaak de gevolgen. Wanneer leerlingen de basiswerkingen tot en met 100 niet goed beheersen, komt dat hier tot uiting. Denk aan het werken met verhoudingstabellen en het cijferend vermenigvuldigen. Ze lopen daarop vast en vinden daardoor rekenen moeilijk en niet leuk. Daarom besteden wij bij ons op school altijd aandacht aan het automatiseren van de basisbewerkingen.”

Wat helpt nog meer voor die basis?

“Ik adviseer een procedure eerst aan te bieden vanuit begripsvorming. Die herhaal je net zo lang totdat alle leerlingen het beheersen. Dit sluit aan bij het beheersingsleren. Dat zorgt ervoor dat álle leerlingen het rekenonderwijs blijven volgen. Pas daarna volgt een nieuw doel. Beheersingsleren blijkt effectief te zijn. Meer leerlingen beheersen de gestelde doelen en daarnaast stimuleert het een positieve leerhouding met een grote betrokkenheid tijdens de lessen.

Voor veel leerlingen zijn contextopgaven lastig. Je kent het waarschijnlijk wel: methodes bieden contextopgaven aan met een gericht doel, bijvoorbeeld ‘cijferend optellen’. Leerlingen kennen dit doel. Voor het juiste antwoord hoeven ze dus alleen de cijfers bij elkaar op te tellen. Daardoor zijn ze niet meer kritisch bezig met het lezen van de context. Bied leerlingen juist gevarieerde en complexere contexten aan, waarbij ze soms optellen maar ook andere bewerkingen (zoals delen) toepassen. Zorg er vooral voor dat leerlingen kritisch redeneren hoe ze tot het antwoord komen.”

Wat zijn volgens jou de belangrijkste succescriteria voor goed rekenonderwijs? 

“Ik vind het belangrijk dat leerkrachten goed zicht hebben op de leerlijn rekenen. Daarbij is hoofdrekenen heel belangrijk. Zorg ervoor dat leerlingen dat goed en snel leren, dat levert zelfvertrouwen op. Let er daarbij op dat je leerlingen niet onderdompelt in allemaal verschillende oplossingen. Leer ze vooral aan welke procedures altijd werken. Bied daarnaast ook variaprocedures aan, maar deze hoeft niet iedereen te beheersen.
Besteed ook aandacht aan formatief handelen als je lesgeeft en weet wat de succescriteria zijn van het doel dat je behandelt.  Zet leerlingen pas aan het werk als ze de oefeningen snappen. Formatief handelen zorgt ervoor dat de leerling zelf weet waar hij of zij staat in het leerproces.”

Heb je leestips voor je collega’s? 

“Veel inspiratie haal ik uit het boek Berekend! van Wied en Cécile Ruijssenaars. Hierin maken ze onderscheid in het rekenen met feitenkennis (kennis die meteen oproepbaar is, zoals de tafels van vermenigvuldiging),  procedurele kennis (Hoe reken je? Met welke stappen? Bijvoorbeeld splitsend vermenigvuldigen: 4 x 16 = 4 x 10 = 40, 4 x 6 = 24, 40 + 24 = 64) en metacognitieve kennis. Bij metacognitieve kennis weet je in welke situaties je splitsend vermenigvuldigt en waarom dit handig is.” 

De nieuwste artikelen wekelijks in je mail? MELD JE AAN voor de PrimaOnderwijs nieuwsbrief.

 

Reacties niet mogelijk

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor de PrimaOnderwijs nieuwsbrief

PrimaOnderwijs nieuwsbrief

Ontvang één keer per week de nieuwste artikelen van PrimaOnderwijs in je mail!



Privacy Statement is van toepassing

PrimaOnderwijs.nl maakt gebruik van cookies

Wij vragen uw akkoord voor het gebruik van cookies op onze website. Sommige cookies plaatsen we altijd om de website goed te laten werken. Ook plaatsen we altijd een cookie om volledig anoniem het gebruik van onze website te analyseren. Onze website maakt van meer cookies gebruik die niet noodzakelijk zijn, maar wel nuttig. Zodat u bijvoorbeeld berichten kunt delen op social media. Door op 'Akkoord' te klikken ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies. Meer informatie is beschikbaar in ons cookiebeleid.

OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacy » Privacy- en cookiebeleid Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang