Een les in de buitenlucht biedt meer dan ‘een frisse neus’ en ‘even lekker bewegen’. Het stimuleert ook allerlei basisvaardigheden, vertelt Reinate Bruins Slot (39). Vanuit haar organisatie Buitenonderwijs Nederland in het Gelderse Harfsen ondersteunt zij scholen. Welke tips heeft ze voor leerkrachten?
Reinate heeft lange tijd trainingen verzorgd voor de kinderopvang. In die periode ontstond de liefde voor buitenonderwijs. “In de opvang is het heel normaal om veel buiten te zijn en te spelen, maar eenmaal op school zijn de lessen bijna altijd binnen. Een opvallende overgang die ik ben gaan onderzoeken.” Ze keek ook over de grens en kwam uit in Engeland en Schotland, waar scholen veel ervaring hebben met buitenonderwijs. “Daar hebben ze een vergelijkbaar klimaat, maar de mindset is anders. Zowel ouders als leerkrachten vinden het enorm belangrijk en vanzelfsprekend dat kinderen veel naar buiten kunnen.”
Buiten minder populair
In Nederland ligt dat gek genoeg anders. “Voor de generatie van mijn ouders – nu bijna zeventig – was het normaal om als kind veel buiten te zijn. Nu is het door allerlei redenen minder populair. Kinderen kunnen vies worden, vallen en iets breken. Vaak ontbreekt het aan veilige speelruimte, zeker in de stad. Dat speelt mee.” Bovendien is er concurrentie van games, social media en ander tijdverdrijf via beeldschermpjes, weet ze.
“Toch zie je een kentering, vooral bij een nieuwe generatie ouders. Steeds meer kinderen mogen best vies worden of experimenteren. Hopelijk zet die trend door. Het is overigens niet aan de school om dat op te lossen. Maar buitenonderwijs biedt wel allerlei kansen om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.”
Geraakt door het thema volgde Reinate in Wales een opleiding rondom buitenonderwijs. “Daarna heb ik met een onderwijspartner een training opgezet voor scholen. Vooral om te laten zien hoe makkelijk het is om delen van je curriculum naar buiten te brengen.”
Bewegen en ontdekken
Grofweg zijn er twee vormen van buitenonderwijs. Je hebt lessen die gericht zijn op meer beweging en lessen die draaien om het ontdekken. “Bij een
bewegingsles kun je bijvoorbeeld een slalom, tikspel of levend stratego koppelen aan leerdoelen. Ook omdat we weten dat beweging de hersenactiviteit en daarmee de cognitie stimuleert. Bij het ontdekkende buitenonderwijs koppel je de natuurlijke materialen, maar ook een excursie of speurtocht, aan leerdoelen.
Daar gebruik je dus de directe omgeving om lesstof te verdiepen en te verrijken.”
Eenmaal in contact met scholen bleek er veel behoefte aan concrete lesvoorbeelden, merkte ze. “Daarom hebben we een lessenserie bedacht. Dat is geen methode, maar vooral ter inspiratie en als aanvulling op het eigen programma van scholen.”
De buitenomgeving biedt volop aanknopingspunten. Neem het rekenonderwijs, waarbij je kinderen de tegels op het plein laat tellen. “Maar ook een taalles kan je prima buiten geven als kinderen de wisbordjes meenemen. Of gebruik klemborden. Je kan ook een spellingsles verzorgen door twee vakken te maken op het plein. Zodat kinderen naar het ene of het andere vak lopen om te kiezen voor de juiste spellingcategorie. Dan maak je het actief.” Een les buiten is meestal fysiek, zodat leerlingen executieve vaardigheden oefenen, vertelt Reinate. “Leerlingen die cognitief minder sterk zijn, bloeien vaak op door buitenonderwijs. Ze gebruiken andere vaardigheden zoals samenwerken en krijgen er echt energie van. Vaak vragen ze ook uit zichzelf: ‘Mogen we dit buiten doen?’.”
Toegegeven: niet alle leerkrachten in een team zijn direct te porren voor buitenonderwijs. “Die eerste lessen kunnen zelfs chaotisch verlopen. Leerlingen moeten vaak wennen aan het idee dat er buiten - net als in de klas - orderegels gelden. Dat vraagt even tijd.”
Een half uur buitenonderwijs per dag kan al een stap vooruit zijn. “Maar ik zie ook scholen die het bij twee lessen per week houden. Prima. Het is vooral belangrijk dat je ‘t als team oppakt en niet per leerkracht; anders krijg je binnen school te grote verschillen.”
Die onderlinge afstemming geldt ook voor alles wat je ‘overslaat’ in de methode. “Dat er lege plekken in het werkschrift ontstaan, is niet erg. Want ze hebben andere dingen geleerd. Maar deel dat met elkaar en communiceer naar ouders. Laat goed weten wát de kinderen hebben geleerd en ontdekt. En ook: hóe dat
is gegaan.”
'Gewoon doen'
Vanuit Buitenonderwijs Nederland biedt Reinate regelmatig teamtraining aan scholen. “Maar je kunt er als leerkracht ook zelf mee oefenen. Verplaats de les een keer naar buiten en kijk wat dat doet met kinderen.”
Regen kan een spelbreker zijn, weet Reinate. “Toch kun je tussen de buien door prima naar buiten en ik ken genoeg scholen waarbij de buitenlessen
ook in de winter doorgaan. Daar kun je je op kleden.” Een groene schoolomgeving helpt bij buitenonderwijs, maar is geen voorwaarde, zegt ze. “Juist in een stad mist een kind vaak speelruimte en kan het belang om wél naar buiten te gaan tijdens een les dus extra groot zijn. Ik denk dan: gewoon gaan doen.” Overigens moet het voor leerkrachten niet aanvoelen als wéér iets nieuws, zegt Reinate. “Rond eerst andere belangrijke trajecten binnen school af. Zoals de invoering van een nieuwe rekenmethode, bijvoorbeeld. Het werkt het beste als je je hier echt even op kunt focussen.”
Leerkrachten kunnen bij Reinate vrijblijvend meer lesideeën aanvragen: https://buitenlesdatabase.nl/contact
Dit artikel is verschenen in PrimaOnderwijs nr. 1 'Basisvaardigheden'
Reacties