Elk jaar vinden in januari de voorrondes van de diverse bèta-olympiades plaats, waaronder de Nederlandse Wiskunde Olympiade. Hoe werkt zo’n olympiade? Hoe krijg je je leerlingen en collega’s er enthousiast voor? Wat staat er op het spel en – misschien nog wel belangrijker – wat voor impact kan het hebben?
Iedereen met ervaring binnen het onderwijs, herkent het wel: er is altijd wel een leerling die snel klaar is, de lesstof saai vindt, en zich het laatste kwartier van de les zit te vervelen. Of een leerling die juist niets voor zoete koek slikt, elk zorgvuldig onder het tapijt geveegd detail weer oprakelt, kortom het naadje van de kous wil weten. Speciaal voor zulk soort middelbare scholieren op havo/vwo-niveau zijn er de bèta-olympiades: wedstrijden waarin leerlingen zich kunnen meten met andere talenten in het hele land, en uiteindelijk zelfs op internationaal niveau met leerlingen uit de hele wereld.
Er zijn bèta-olympiades voor de vakken aardrijkskunde, biologie, informatica, natuurkunde, scheikunde en wiskunde, en daarnaast zijn er nog twee vakoverstijgende olympiades: de International Junior Science Olympiad (IJSO) en de European Olympiad of Experimental Science (EOES). Alle olympiades (op informatica na) starten met een eerste ronde die op school wordt afgenomen in december of januari; zie het kader voor de exacte data.
In het najaar kunnen scholen zich opgeven (zie de verschillende websites voor meer informatie over het inschrijven van je school). Dan begint het voorbereiden van de eerste ronde. Dat gaat om het prikken van een datum waarop je deze activiteit schoolbreed organiseert, en natuurlijk het informeren van collega’s. Leerlingen kunnen zich vervolgens bij de betreffende vakdocent aanmelden als ze willen deelnemen aan een van deze nationale olympiades. Na diverse vervolgrondes (bekijk de data op: https://www.slo.nl/thema/meer/olympiades/jaaroverzicht-2022-2023/) wordt uit de winnaars uiteindelijk het team geselecteerd voor de internationale olympiade.
Ook onderbouw bij wiskunde
Gaat het bij veel olympiades voornamelijk om bovenbouwleerlingen, bij de Wiskunde Olympiade zijn juist expliciet ook onderbouwleerlingen welkom. Zo vormen leerlingen uit klas 1 tot en met 3 een aparte categorie, en is er daarnaast een categorie voor leerlingen uit klas 4 en een categorie voor vijfdeklassers. Na de eerste ronde gaan er ongeveer duizend leerlingen door naar de tweede ronde in maart, waarna in september (van het volgende schooljaar) de landelijke finale is op de TU Eindhoven. Hier nemen de beste 150 scholieren het tegen elkaar op: 50 uit elke categorie. De beste 30 hiervan (ca. 10 per categorie) worden uitgenodigd voor ons trainingsprogramma van zeven maanden waaruit de teams voor de internationale wedstrijden worden geselecteerd, waaronder de Internationale Wiskunde Olympiade, die in juli 2024 in England zal plaatsvinden. En wie deze eerste trainingsgroep net niet haalt, ontvangt een uitnodiging voor ons tweede trainingsprogramma: het belofteprogramma.