Hanneke Messelink, docent Nederlands Saxion Hogeschool en beheerder van www.kinderboekenrijk.nl
Lida Klaver, onderzoeker Lectoraat Vernieuwend Onderwijs Saxion Hogeschool
Met dank aan: Willemijn Vernout en Marjolein Nijenkamp
Door kinderboeken te gebruiken in de klas kunnen kinderen kennismaken met andere werelden. Belangrijk daarbij is dat je als leerkracht kritisch bent in de keuze: kies een boek dat aansluit bij de leef- en belevingswereld van kinderen of een boek dat kinderen juist inleidt in nieuwe werelden. Laat ze nadenken over wat zij vinden en geef ze de mogelijkheid daarover te praten. Jeugdliteratuur heeft op zichzelf waarde, leren lezen is belangrijk en leesbevordering doet lezen. Daarbij dragen lezen en het overdenken van verhalen bij aan burgerschapsonderwijs (Instituut voor Publieke Waarden, 2018). Hoe? Dat hangt ervan af!
De wijze waarop burgerschapsonderwijs vorm krijgt in een klas hangt sterk af van de visie op burgerschapsonderwijs van de school en leerkracht. Opvattingen over burgerschapsonderwijs kunnen verschillen (De Brouwer et al., 2022). Dit betekent dat je insteek bij de integratie van jeugdliteratuur in burgerschapsonderwijs ook niet vaststaat. Welk boek je kiest, welke vragen je leerlingen stelt en wat voor opdracht je erbij bedenkt, hangt af van je visie op burgerschapsonderwijs.
Je visie kan gericht zijn op aangepast burgerschap. Je stimuleert kinderen zich te voegen naar de verwachtingen van de huidige maatschappij. Kinderen moeten leren zich aan te passen aan de normen en waarden van onze maatschappij. Zo moeten ze leren hoe we goed omgaan met elkaar en zich aan afspraken houden. Een andere visie is gericht op kritisch burgerschap. Dit betekent dat kinderen zelf leren nadenken over de maatschappij en deze vormen. Kinderen moeten kritisch leren nadenken en zich afvragen welke normen en waarden juist zijn in een bepaalde situatie. Ze denken bijvoorbeeld na over wat zij vinden dat goed omgaan met elkaar betekent en welke afspraken zij belangrijk vinden. Aan de hand van kinderboeken, illustreren we wat het onderscheid tussen aangepast en kritisch burgerschap betekent voor de integratie van jeugdliteratuur en burgerschapsonderwijs.
Onderbouw
Alle liefde van de hele wereld van Mac Barnett is een geschikt boek voor de oudste kleuters. Het gaat over een oma die een jongetje de wijde wereld in stuurt, als hij aan haar vraagt wat liefde is, want op die vraag heeft zij geen antwoord. Hij vraagt vervolgens aan verschillende mensen, dieren en dingen wat liefde is en krijgt antwoorden waar hij niet veel mee kan. Als een visser bijvoorbeeld zegt dat liefde een vis is, kan hij zich daar niks bij voorstellen, maar volgens de visser begrijpt de jongen het niet. Hij besluit na alle ontmoetingen terug naar huis te gaan en ontdekt wat liefde daadwerkelijk is.
Dit boek leent zich bij uitstek voor vragen die gaan over omgaan met andersdenkenden. Kinderen komen door dit boek niet in aanraking met slechts één ‘juist’ beeld van wat liefde is, maar leren om hier zelf over na te denken. Daarom is dit boek vooral geschikt om kritisch burgerschap te bevorderen. De leerkracht kan vragen: Waarom is liefde voor iedereen anders is? Wat betekent liefde voor jou? En wat vind je van andere meningen over liefde? Dit kan ook praktisch gemaakt worden door kinderen bijvoorbeeld iets naar school te laten meenemen, waar zij aan denken bij liefde.
Middenbouw
Een geschikt boek voor de middenbouw is Misjka van Edward van de Vendel en Anoush Elman. Het gaat over Roya die met haar drie broers, vader en moeder gevlucht is uit Afghanistan vanwege de oorlog. Ze woont al een tijdje in Nederland in een eigen huis (na in meerdere azc's gewoond te hebben). Ze vindt dat er bij een eigen huis een huisdier hoort en mag een wit dwergkonijntje uitkiezen; ze noemt hem Misjka. Ieder gezinslid krijgt een eigen speciale band met het konijn. Roya weet zelf niet zo veel meer van de vlucht uit Afghanistan, maar samen met haar broers krijgt alles meer vorm én dat helpt haar om Misjka haar verhaal te kunnen vertellen.
Als je het gesprek aangaat over deze onderwerpen vanuit een visie op burgerschap die gericht is op aanpassen, dan leent het boek Misjka er goed voor om respect, acceptatie en solidariteit te stimuleren. Je kunt door gevoelens van Roya te bespreken leren dat het goed is om je te verplaatsen in een ander, dat het belangrijk is om rekening te houden met elkaar, en dat je respect moet hebben voor kinderen met een andere achtergrond en hen moet accepteren. Vragen die daarbij kunnen helpen: Hoe zou jij je voelen als je nu ineens bijna alles moet achterlaten? Wat wil je leren van andere culturen? Hoe zorgen we ervoor dat vluchtelingen zich welkom voelen? Om kritisch burgerschap te stimuleren stel je andere vragen die minder sturend zijn en meer tot zelf nadenken aanzetten.
Een gesprek over dit boek kun je nog uitbreiden en persoonlijker maken door een vluchteling uit jouw buurt in je klas uit te nodigen voor een gesprek. Uiteraard bereid je dan zo’n gesprek goed voor door het boek uitgebreid te hebben besproken in je klas, samen vragen voor te bereiden en je zorgt voor een veilig en respectvol gesprek.
Bovenbouw
In de hoogste groepen kun je het boek Hoor je mij? Van Caja Cazemier en Martine Letterie gebruiken. Dit boek kun je aanbieden vanuit de wens dat kinderen zich aanpassen, maar ook voor het stimuleren van kritisch denken.
Dit boek bevat twee verhalen die door elkaar lopen. Het zijn de verhaallijnen van de tieners Sterre en Freek. Twee verhalen die anders zijn, maar toch ook weer hetzelfde. De dove Sterre leeft in de wereld van nu met alle hulpmiddelen van nu. Ze gaat naar de brugklas. Ze merkt al snel dat het daar ontzettend moeilijk is jezelf te redden als je doof bent. De dove Freek leeft in de jaren ’50 op een internaat voor dove kinderen in een wereld waarin het verboden was gebarentaal te gebruiken op school. Hij wordt gedwongen te praten.
De schrijvers lijken bij voorbaat al ingezet te hebben op het kritisch bevragen van maatschappelijke normen, maar tegelijkertijd lijken ze ook bepaalde waarden en normen te stimuleren. De maatschappij in de tijd van Freek accepteerde niet snel dat iemand anders is, je moet je maar aanpassen. Ook in de tijd van nu is anders zijn niet altijd fijn en praktisch, wat te merken is aan Sterres verhaal. Door dit boek kun je het onderwerp pesten en omgaan met elkaar bespreken waarbij je respect en solidariteit bevordert (aanpassingsgericht). Tegelijkertijd nodigt het boek uit tot kritische meningsvorming over vragen als: Hoe moeten we als maatschappij zorgen voor dove mensen? Is het een voorrecht, de tijd waarin we nu leven? Is het noodzakelijk dat iedereen zich aanpast? Kom je op voor je rechten? Hoe doe je dat dan?
Een mooie praktische opdracht die bij dit boek zou passen is het schrijven van een brief naar de hoofdpersoon. Als leerkracht kun je ook deze opdracht aanvliegen vanuit aanpassingsgericht en vanuit kritisch burgerschapsonderwijs. Is de opdracht aanpassingsgericht: schrijf een brief waarin je beargumenteert dat pesten niet mag. Of kritisch: schrijf een brief waarin je duidelijk maakt hoe jij vindt dat we met mensen die anders zijn om moeten gaan.
Lees en bespreek!
Voor een goede integratie van jeugdliteratuur en burgerschapsonderwijs is het belangrijk dat je vanuit een visie je keuzes maakt. Wat wil jij bevorderen? Aangepast of kritisch burgerschap of wissel je ze af? Hangt je visie af van de leeftijd van de kinderen? Of misschien wel van het onderwerp? Om jeugdliteratuur in te zetten bij het werken aan burgerschapsdoelen die passen bij je visie, is het belangrijk dat je zelf literair competent bent. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zelf veel boeken kent, fictie kunt herkennen, teksten kunt verbinden met de werkelijkheid en dat je een beargumenteerde mening kunt geven over een tekst (Van Koeven & Smits, 2020). Door zelf veel te lezen, zul je niet alleen meer literair competent worden. Je ervaart bovenal dat lezen leuk is. Daarbij ervaar je als je het gesprek aangaat over burgerschapsonderwerpen met je leerlingen, hoe waardevol en mooi zo’n gesprek kan zijn.
Literatuur
De Brouwer, J., Klaver, L., & Van der Zee (2022). Montessori en burgerschapsonderwijs: balanceren tussen toerusten en ruimte geven. Saxion. https://montessori.nl/montessori-en-burgerschap/
Instituut voor Publieke Waarden (2018). Boek en burgerschap. De rol van lezen bij burgerschapsvorming. Stichting Lezen. https://www.lezen.nl/publicatie/boek-en-burgerschap/
Van Koeven, E. & Smits, A. (2020). Rijke taal: Taaldidactiek voor het basisonderwijs. Boom Uitgevers.
Reacties