Het programma De Transformatieve School lijkt dé oplossing voor scholen in een stedelijke omgeving. Jongeren laveren er tussen culturen van thuis, de peergroup en school, wat soms tot negatieve groepsdynamiek en demotivatie leidt. Het programma toont hoe jongeren makkelijker switchen tussen die culturen en meer zelfvertrouwen ontwikkelen, met betere schoolprestaties tot gevolg.
Leraren op scholen in grote steden hebben bijna allemaal te maken met een grote diversiteit aan leerlingen, vaak met heel verschillende culturele achtergronden. De vermenging van die culturen levert nogal eens problemen op in de klas. Bijvoorbeeld: machogedrag wordt meegenomen naar de klas, waardoor conflicten tussen leerlingen of leerlingen en docenten kunnen ontstaan. Of leerlingen durven geen goede vragen te stellen uit angst om uitgelachen te worden of te worden gezien als een studienerd. Volgens de Rotterdamse onderwijssocioloog Iliass El Hadioui ontstaat door die conflicten kansen-ongelijkheid, veroorzaakt doordat het tussen leerlingen onderling of tussen leerlingen en docent niet
klikt en waar de docent zijn grip op de groep verliest. El Hadioui ziet de klas als een soort mini-samen-leving, waarin het belangrijk is dat iedereen, dus leerlingen én docent, zich senang voelt. ‘Hoe maak je die mini-samenleving zo inclusief dat iedereen zich er thuis voelt?’ Het is de kern van het programma De Transformatieve School, waarvan El Hadioui de grondlegger is. Het programma ondersteunt leraren en schoolleiders anders te kijken naar hun leerlingen. ‘Vanuit super-diversiteit, wat inhoudt dat iedereen verschillend is en de docent iedereen verschillend laat zijn. Zodat een leerling het gevoel krijgt: als anderen verschillend zijn, dan mag ik me ook vrij voelen te verschillen van anderen.’
Geloof in eigen kunnen
Het uitgangspunt van het programma is: wat hebben docenten nodig om leerlingen te laten switchen tussen de sociale status ladders thuis, peergroup en school. En wat hebben ze nodig om te komen tot de self-efficacy (vertrouwen in eigen kunnen) en daardoor te klimmen op de schoolladder, lees: beter te presteren. El Hadioui legt uit waar het mis kan gaan tussen docent en leerling: ‘Stel je hebt een 3 vwo-klas op een school in een stedelijke volkswijk. Wat zien we dan als docenten als we naar onze leerlingen kijken? Zie je taalachterstand, wat negatief is, of multitaligheid, vaak als positief beoordeeld? Geef je Franse les, en start je vanuit meertaligheid, dan heb je dikwijls eerder hoge, positieve verwachtingen van leerlingen. Of ga je je juist neerwaarts aanpassen, omdat je uitgaat van een taalachterstand? Waar leerlingen vervolgens weer op reageren. Transformatief denken is erop gericht dat mechanisme te doorbreken. Door te bedenken: wat zie ik als ik naar de kinderen kijk. Het gaat om de mindset waarbij we beseffen dat we niet buiten onze taal kunnen denken. Een beperkende taal beperkt het denken en dat denken kunnen we zomaar projecteren op kinderen.’
‘Moeilijke’ leerlingen
‘Er wordt veel gesproken over ‘moeilijke’ leerlingen, over ‘overlastgevend’ gedrag. We reduceren het sociale leven op school soms tot een probleemdenken vanuit onderwijskundig jargon. We willen graag klassen ‘managen’. Maar: is iets overlastgevend gedrag, of is het switchen tussen ladders, wat deze jongeren voortdurend doen? Switchend gedrag is, mits begeleid, op zich goed. En je kunt het gedrag negatief beoordelen, zonder de mens achter dat gedrag af te schrijven.’
Comenius Lyceum
In tien steden wordt op 75 scholen al gewerkt met het programma. Het Comenius Lyceum in Amsterdam is een van de pilotscholen. Volgens rector Freek Op ’t Einde is De Transformatieve School dé oplossing voor een school als de zijne. ‘Onze school staat in Amsterdam Nieuw West. 98 procent van onze leer-lingen heeft een migratie-achtergrond en een islamitische levensovertuiging. Zeven jaar geleden werd onze school als zeer zwak bestempeld door de onderwijsinspectie; de resultaten waren slecht en het was onrustig op school, ouders zag je hier bijna nooit. Het probleem zat ‘m bij ons erg in beheersing van de Nederlandse taal. Veel kinderen zijn wel multitalig, maar hun Nederlands is eigenlijk niet goed genoeg om in de hoogste havo-/vwo-klassen voldoende te kunnen formuleren bij hun toetsen. Maar ze willen wél heel graag leren.
Stoer en brutaal
Het Comenius is vier jaar bezig met De Transformatieve School. ‘Het helpt ons onze leerlingen beter te begrijpen en te weten wat zij nodig hebben om hier te slagen. Kijk, je ziet dat vooral jongens op school de rol van de straat blijven spelen. Het zijn stuk voor stuk lieve jongens, maar ze gedragen zich in de groep vaak te stoer of brutaal. Ze kunnen goed leren, maar zitten zichzelf in de weg. Wat wij willen, is dat ze switchen van stoer straatgedrag naar adequaat studentengedrag. Bij meisjes geldt nog te vaak dat ze stil zijn en geen vragen durven stellen, terwijl je je als docent dan afvraagt: hebben ze de stof echt begrepen.
De kern is dus: hoe krijg je leerlingen zover dat ze het gevoel hebben dat het hen wel gaat lukken, dat ze de controle hebben en genoeg zelfvertrouwen. En wij als docenten moeten hoge verwachtingen van de leerlingen hebben en zeggen: wij zijn er voor jou. En ik ga je helpen, maar jij speelt de wedstrijd.’
De Gelijke Kansen Alliantie
Een groot aantal scholen dat werkt met het programma De Transformatieve School is verenigd in het consortium Transformaties in het Stedelijk Onderwijs, in samenwerking met de Gelijke Kansen Alliantie, een initiatief van het ministerie van OCW.
Ga voor meer informatie naar www.gelijke-kansen.nl
Reacties