Van basisschool naar voortgezet onderwijs is een belangrijke en soms kwetsbare stap. Vanwege de effecten van corona is, nog meer dan voorheen, het advies om zoveel mogelijk kansrijk te adviseren en te plaatsen. Directeur Michiel Tange van Penta Rozenburg vertelt hoe dat op zijn school gaat en hoe het Nationaal Programma Onderwijs hierbij helpt.
Penta Rozenburg in het Zuid-Hollandse dorp Rozenburg is met 176 leerlingen een kleine middelbare school voor mavo, havo en de eerste drie klassen van het vwo. Directeur Michiel Tange staat zelf ook voor de klas. Hij geeft wiskunde aan leerlingen van 4 mavo. De school werkt met heterogene klassen in het eerste, tweede en sinds kort ook derde leerjaar. ‘Kansrijk doch realistisch adviseren, vinden we heel belangrijk’, zegt Michiel. ‘Zowel bij de overstap van basisschool naar voortgezet onderwijs, als bij onze leerlingen van de eerste naar de tweede en derde klas.’
Kansleerlingen
Penta Rozenburg is de enige middelbare school in het dorp. De lijnen met de vier plaatselijke basisscholen zijn kort. ‘Leerlingen met een gedeeld vmbo-kader/vmbo-tl advies stromen bij ons in op mavo-niveau. Dat zijn onze kansleerlingen. Door een uitgebreide intake, waar ook de zorgcoördinator en teamleider van onze school bij betrokken zijn, weten we precies welke extra begeleiding de kansleerlingen nodig hebben voordat ze bij ons beginnen’, legt Michiel uit. ‘Er moet een reële kans zijn dat een leerling met een gedeeld vmbo-kader/vmbo-tl advies bij ons op school gaat slagen, anders wordt de leerling er niet gelukkiger van. Bovendien moet de leerling natuurlijk ook gemotiveerd zijn om er flink aan te trekken.’
Binnen het samenwerkingsverband van de Rozenburgse basisscholen en Penta Rozenburg is afgesproken dat leerlingen vanaf groep 7 basisschool tot en met klas 2 op Penta Rozenburg taal en rekenen/wiskunde op hun eigen niveau krijgen. Ze ontvangen begeleiding op maat en kunnen laten zien wat ze in hun mars hebben. Bovendien krijgen alle Penta-leerlingen in klas 1 en 2 standaard een extra uur taalverrijking en een extra uur rekenen. Ook zijn er extra steunuren Nederlands en wiskunde voor de leerlingen die dat nodig hebben. ‘De steunuren doen we in kleine groepjes en dat blijkt erg effectief’, aldus Michiel.
Verlengde brugklas
Naast de dakpanklas kader/tl heeft Penta Rozenburg een mavo/havo-brugklas en een havo/vwo-brugklas. Michiel: ‘Onze ervaring van de afgelopen jaren is dat alle leerlingen die op een gedeeld advies zaten, juist door de kleinere klassen en extra begeleiding, uiteindelijk op het niveau van hun hoogste advies terechtkomen. Daar zijn wij én de leerlingen zelf heel trots op.’
Dit schooljaar is Penta Rozenburg gestart met het verlengen van de heterogene brugklassen tot en met het derde leerjaar. Voor kader/tl en mavo/havo was dat al tot en met het tweede leerjaar. ‘Hiermee stellen we de selectie voor de leerlingen die dat nodig hebben nog een extra jaar uit.
‘Mijn schooladvies aan het eind van groep 8 was vwo. Op mijn middelbare school kan je werken op verschillende niveaus. Dat vind ik wel fijn. Bij sommige vakken is de leerstof makkelijk en bij andere moeilijker. In mijn klas zitten minder leerlingen dan op veel andere scholen. Leerlingen kunnen best druk zijn en dan is het fijner om met wat minder leerlingen in de klas te zitten.’Queena, klas 1c Penta Rozenburg.
Natuurlijk zal er uiteindelijk gedifferentieerd worden, maar bij de ene leerling moet je daar wat langer de tijd voor nemen dan bij de ander.’
Nationaal Programma Onderwijs
Michiel vervolgt: ‘Typerend voor Penta Rozenburg is dat we onze 176 leerlingen door de kleinschaligheid zodanig kunnen begeleiden dat we ze alle kansen bieden. Wel gaan we flink groeien. De verwachting is dat we volgend schooljaar 210 leerlingen hebben. Door de kleinschaligheid kennen leraren en leerlingen elkaar allemaal. We kijken echt goed naar elkaar om. Ook in coronatijd was er intensief contact tussen mentoren en leerlingen.’
De leerlingen van Penta Rozenburg konden in coronatijd weer vrij snel allemaal naar school, het voordeel van een relatief klein aantal leerlingen. ‘Gelukkig’, zegt Michiel. ‘Bovendien hebben we dankzij de eerste tranche van het Nationaal Programma Onderwijs onze klassen kunnen verkleinen, van gemiddeld dertig naar rond de twintig leerlingen per klas. Via onze eigen leraren hebben we extra collega’s kunnen werven. Leerlingen konden zo prima afstand houden van elkaar en van de leraren. In een kleinere klas is het rustiger en is er meer individuele aandacht. Zo was het makkelijker om eventueel opgelopen vertragingen in te lopen.’
‘Ik zit in de mavo/havo-brugklas. Ik vind het fijn dat ik nog niet definitief hoefde te kiezen. Als ik iets moeilijk vind, kan ik het vragen aan iemand uit mijn klas. Mavo-stof lukt me goed, havo vind ik bij de meeste vakken net iets te moeilijk. Ik denk dat ik er precies tussenin zit.’ Emma, klas 1b Penta Rozenburg.
Ook heeft Penta Rozenburg ingezet op sociaal-emotioneel welbevinden van haar leerlingen. ‘We hebben ‘happy-lessen’ ontwikkeld. Daarin gaan we met leerlingen in gesprek over hoe je ervoor kunt zorgen dat je gelukkig bent. Welke invloed kun je daar zelf op hebben? In aanwezigheid van een aantal lokale zorgprofessionals en mentoren konden we goed beoordelen hoe het werkelijk met onze leerlingen ging. Vervolgens kregen sommige leerlingen extra hulp van het zorgteam. Bovendien is er budget gereserveerd voor een klassenuitje voor alle leerlingen.’
Methodes op één niveau
Michiel vindt dat heterogene klassen niet per se vanuit didactisch oogpunt moeilijker zijn voor leraren. ‘Als school investeren we in de professionalisering van ons team. Daar hoort differentiëren bij. Wat wel lastig blijft, is de keuze op welk niveau je boeken en andere lesmaterialen gebruikt. Vooral vanaf de tweede en meer nog vanaf de derde klas zijn veel methodes op één niveau gericht. Leraren moeten er goed over nadenken of ze zelf verdieping aan gaan brengen, of kiezen voor een methode op een hoger niveau en extra instructie geven aan de leerlingen die dat nodig hebben. Maar verder hebben onze heterogene groepen alleen maar voordelen. Zowel leerlingen als leraren plukken er de vruchten van.’
Kijk voor meer informatie over het NP Onderwijs en praktijkverhalen op www.nponderwijs.nl
Dit artikel is verschenen in PrimaOnderwijs nr. 5 'Kansengelijkheid'.