Het creatieve brein van meester Sander Gordijn

Soms schiet meester Sander Gordijn midden in de nacht opeens wakker. Dan heeft hij een goed idee. ‘Laatst nog, om half twaalf ‘s nachts bedacht ik een spel waarmee kinderen leren tellen.’ Kijk mee in het creatieve brein van Sander Gordijn.

Door Malini Witlox

Sinds 2010 staat hij voor de klas in Meppel. Bij de kleuters. ‘Ik wil niets anders. Het is precies de leeftijdsgroep waar ik me qua werkwijze en visie goed bij voel.’ Tijdens het gesprek heeft hij zijn telefoon bijna de hele tijd vast. Twitteren, Instagrammen, apps testen. Op Twitter heeft hij ruim 2000 volgers, vooral meesters en juffen. Op Instagram volgen ruim 5000 mensen hem, op Facebook 8700 mensen. Hij heeft een eigen website waar hij blogt en een YouTube-account met bijna 1800 abonnees.

Zelfontwikkeld spel kleuteruniversiteit

Sander laat een Racespel van de Kleuteruniversiteit zien. Door hem en juf Sanne bedacht om peuters en kleuters te laten rekenen in spelvorm. ‘We hebben het eerst op een A3 uitgetekend. Iedereen moet om de beurt een kaart pakken, daar staat een getal op of een tekening die een getal vormt. De spelers hebben geen eigen pion. Als er een 4 wordt gepakt, moet pion 4 vooruit, als er een 7 wordt gepakt, gaat pion 7 vooruit. De pionnen hebben de vormen van verschillen soorten auto’s en busjes. Je ziet dat kinderen echt gaan rekenen en vergelijken hoeveel stappen ze nog moeten maken tot de finishlijn.’

De 100 apps van Sander

Verschillende scholen in Nederland hebben in de klaslokalen of op de teamkamer een poster aan de muur hangen, met 100 apps die door meester Sander zijn geselecteerd. Een puur persoonlijke voorkeur, verdeeld over taal, rekenen, schrijven, wereldoriëntatie, creatief, muziek, Engels, programmeren, uitdaging en leerkracht. Hoe ziet hij anno 2019, nu er duizenden apps worden aangeboden, door de bomen het bos nog? ‘Heel simpel. Gewoon uitproberen. Als ik voor de onderbouw een thema voorbereid, ga ik kijken wat voor apps er rondom dat thema bestaan. Het is belangrijk dat je app bij je leerdoel past. Het moet leuk zijn, maar ook nuttig.’ Als tip geeft hij TinyTap. Hiermee kunnen kleuters of leraren zelf spelletjes maken door plaatjes, tekst, stickers of foto’s aan te klikken. Leraren kunnen ook een vraag stellen over het plaatje dat in beeld komt en er kan een puzzel gemaakt worden. ‘Je kan bijvoorbeeld een telopdracht in spelvorm doen. Je kan de games op een tablet maken en op het digibord laten spelen.’

Rupsje Nooitgenoeg

Bij Kindcentrum Talent in Meppel waar Sander werkt, experimenteert hij met augmented reality (AR), waarbij je iets kan toevoegen aan de bestaande wereld. ‘Een leuk voorbeeld is de MijnRupsje Nooitgenoeg AR-app. Het klaslokaal verandert in een speelveld, waarin de rups loopt en je hem kan voeren.’ Als hij zijn kleuters met een app aan de gang zet, legt hij eerst goed uit wat ze moeten doen en wat hij van ze verwacht. ‘Een app is geen instrument waarbij je als juf of meester achterover kunt leunen, terwijl de leerlingen swipen. Dan hebben ze er ook zo genoeg van. Apps zijn bedoeld om je les te verrijken. Heel gaaf is de app Virtuali-tee waarbij je een speciaal augmented reality T-shirt kunt scannen en zo alle organen en ingewanden van je lichaam ziet. Dat motiveert kinderen om te ontdekken. Ze gaan bij elkaar kijken waar hun hart zit. Het gaat om inspireren.’ Een andere app die hij adviseert is Gynzy Kids. Van Galgje tot het maken van een mozaïek, van een lijnpuzzel tot een zoeker met vormen. Het kan allemaal. ‘Het is kant-en-klare oefensoftware. Je hoeft als leraar dus niet te kunnen programmeren. En het is gratis.’

Zoek verbinding

Sommige collega’s in het onderwijs gebruiken de digitale mogelijkheden nog niet genoeg, vindt Sander. Er kan zoveel en er gebeurt zo weinig, meent hij. ‘Op een digibord kan zoveel meer dan filmpjes kijken. Mijn advies is: zoek verbinding tussen de tablets/telefoons van de leerlingen en het digibord.’