Dimitri van Dillen werd in oktober uitgeroepen tot leraar van het Jaar mbo. “Ik vind het vooral belangrijk dat studenten hun passie volgen.”
Hoe kom jij als leraar op dit mbo terecht?
“Ik heb zelf op ROC van Twente een mbo systeem- en netwerkbeheer afgerond. Technologie heeft me altijd geïnteresseerd. Daarna wilde ik reizen en rondkijken voordat ik ging verder zou studeren. Maar ik kreeg een aanbod om trainingen te geven voor een groot callcenter. Daarom ging ik ook hbo-opleidingskunde doen. Maar in 2009 werd ik ziek, kreeg kanker en dacht toen: waar ben ik eigenlijk mee bezig? Het particulier onderwijs, dus bedrijfstrainingen, ging om snel geld, maar de student stond niet centraal en dat vind ik juist zo belangrijk. Dus heb ik een eigen bucketlist opgesteld, met grote en kleine doelen. Een daarvan was: omscholen en iets doen waar mijn passie ligt: de student.”
Van Dillen begon op ROC van Twente met lesgeven aan studenten die dreigden uit te vallen, bijvoorbeeld omdat ze de verkeerde studierichting hadden gekozen. Later stapte hij over naar de afdeling commercie en ondernemen en geeft hij les bij de opleiding retailmedewerker: Nederlands, burgerschap en ict.
Waarom ben jij Leraar van het Jaar geworden, denk je?
“Dat vind ik lastig te beantwoorden. Wij werken in een team en proberen aan te sluiten bij de belevingswereld van de studenten. Wij pakken lessen anders aan. Bijvoorbeeld begrijpend lezen: de een heeft instructie nodig op het bord, een andere student kijkt liever een youtubefilmje. Weer een ander moet het juist in de praktijk leren en die laten we dan een puzzeltocht door de wijk doen. Mijn klas zit dus nooit helemaal vol, maar ik weet altijd waar de studenten zitten. Sommigen lezen liever om in de kantine te zitten en ik vertrouw erop dat ze dat doen. Zo sluit je aan bij de leerbehoeften van de studenten. Maar dat doen we met het hele team, dus zou het eigenlijk het ‘lerarenteam van het jaar’ moeten zijn. Zonder mijn inspirerende collega’s en werkomgeving had ik hier nu niet gestaan.”
De jury noemt je een eigenwijze man, die het anders durft te doen.
“Meeste docenten houden de studenten in de klas. Ik probeer het soms anders vorm te geven. Studenten moeten onder meer leren hoe ze in een winkel omgaan met verdachte klanten. Andere docenten spelen dan bepaalde rollen, maar die hebben niet altijd tijd. En het is wel belangrijk, want het is onderdeel van het examen. Dus heb ik een 360-gradenomgeving ontwikkeld, waarin ze met een VR-bril om zich heen kunnen kijken en rondklikken en dan denken: ‘goh, ik denk dat die of die persoon het is’. En dat kunnen ze thuis ook, via Teams. Zo probeer ik het onderwijs zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Laatst hadden we het in de winkel over olijfolie. Een van de studenten zei: ik vind het niet normaal dat een potje olijfolie 12 euro kost. Ik zeg: je moet wel bedenken dat de olijven van de berg moeten worden gehaald, ze moeten geperst worden etc. En dan kijken ze me wat verwaterd aan. Sommigen snappen het, anderen nog steeds niet. Dus gaan we op 14 november met tien studenten naar Lesbos in Griekenland en gaan we op een berg olijven plukken, persen en bottelen en verkopen in de winkel daar.”
Je geeft ook lessen loopbaan en burgerschap
“Studenten moeten weten wie ze zelf zijn. Ik ben altijd heel open, ze weten dat ik ziek ben geweest en een bucketlist heb gemaakt. Met hen doe ik een lessenserie waarin we bewust nadenken over: wat is een bucketlist, waarom zou je die maken, wat zijn je grote en kleine doelen en waar wil je eigenlijk naartoe? Studenten willen meestal veel geld
verdienen en in een grote auto rijden. Dat wilde ik vroeger ook. Maar ik vraag ook: waar sta jij dan over tien jaar. En dan zie je ze nadenken. Dus we hebben het over het leven en dat vormt uiteindelijk hun profiel. Ik wil dat ze hun passie ontdekken, wat willen ze nou echt? En dan pak ik door. Als een student denkt dat hij iets met ict wil, dan regel ik dat-ie een dag op de afdeling ict kan meelopen om te ontdekken of het iets voor hem is. Of iemand dubt: wil ik in een kledingwinkel werken of bij een slager? Dan regel ik
voor zo’n student twee meeloopdagen. Want ervaren in de praktijk is het belangrijkste.”
Je hebt een eigen website om kennis te delen. Wat is het doel?
Dat is ontstaan in coronatijd. Ik zag meerwaarde in online lesgeven en dat verliep bij mij heel goed, maar bij mijn collega’s wat minder. Die moest ik steeds hetzelfde verhaal vertellen over hoe je online lessen vormgeeft. Dus bouwde ik een site om alle kennis daarover te verzamelen. En zelfs nu nog hebben we dagelijks 600 bezoekers, terwijl we weer fysiek onderwijs geven. Dat laatste vind ik ook weer jammer, want waarom moet een student bijvoorbeeld op school in hun groepje aan een project komen werken, terwijl dat ook online kan? Ik vind het ook een gemiste kans, want de student van nu zit straks niet meer 40 uur op kantoor, die werkt ook thuis en dan heb je andere vaardigheden nodig. Gaan ze weer terug naar het oude, dan leren ze die niet.”
Wat ga je doen als mbo-ambassadeur?
“Genieten. Ik wil ook werken aan verminderen van het negatieve imago van het mbo. Daarnaast doorgaan met het delen van kennis over onderwijs op afstand. Want een blije docent betekent een blije student.”